1
''1
^7
WAAR IS DE BRAND
-64-
En 24 man voor de pomp te Hippolytushoef en 16 voor de
pomp te Den Oever. Vier pijphouders, en 30 man voor de slang
te Hippolytushoef en 10 man voor Den Oever. Zes man tot het
in orde stellen der schroeven, herstellen der slangen, dragen de
gereedschappen en vervoeren der spuit naar de plaats van de
brand. Dertig waterscheppers en waterdragers te Hippolytus
hoef en tien aan Den Oever. Aan het hoofd van de brandweer
staat een opperbrandmeester, die rechtstreeks onder toezicht
staat van Burgemeester en Wethouders.
Hoe komen ze aan het personeel bij de brandspuit?
"Alle mannelijke ingezetenen dezer gemeente die den ouderdom van
twintig jaren bereikt en die van zestig nog niet voleindigd hebben,
zijn verpligt, daartoe aangewezen door het lot, persoonlijk dienst te
doen bij het brandwezen, zoo bij het blusschen van den brand, als bij
het beproeven der brandbluschmiddelen"
Er zijn een aantal groepen vrijgesteld van die loting. Dat zijn de
leden van de gemeenteraad, alle ambtenaren van Rijk, provin
cie of gemeente. Ook leraren, dominees en pastoors hoeven
niet mee te loten, alsmede "de praktiseerende heel-, genees- en ver
loskundigen". Het is een uitgebreid reglement, waarin ook nog
staat dat je een vervanger mag aanstellen en dat je niet hoeft als
je een zwakke ge
zondheid hebt. Als
je dronken bij de
brand komt krijg
je boete, variërend
:3Z^a nstelling
RAND WEER=
WIERINGEN.
Een mens kan wat meema
ken. Daar had je nu die brand
op Wieringen van de week.
Zo geen vuiltje aan de lucht
en zo brandalarm. Ja, en het
ergste was, de brandweer
auto stond in de reparatie bij
Simon Duijnker. Bij het eer
ste alarm liet Louw Bood
zijn garage in de steek, sprong
op de eerste de beste motor en
huilde de hoek om naar de
brandweergarage. Ook Simon
Duijnker was er met de gil
lende auto heen gesneld en
weldra was de gehele groep
op de verzamelplaats aanwe
zig. Terwijl men zich in de
laarzen wrong en de helmen
omgespte, werd de vraag ge
steld „Waar is de brand?"
Dat moest de brandweercom
mandant weten. Maar waar
was die Waarom kwam hij
niet Gauw naar de Brand
meester, en die verklaarde
„Ga maar naar huis, men
sen, d'r is geen brand".
Onthutst staarden zijn man
nen hem aan.
,Is 'i 'r geen brand
„Nee, mijn vrouw is aan de
schoonmaak en leunde per on
geluk tegen de brandschel
van ƒ1.- tot 3.- en misschien een dag in de gevan
genis.
Bij brand worden de manschappen opgeroepen door
het luiden van de klok. Dan moeten ze onmiddellijk
naar de plaats van de brand gaan. Als iemand een
brand ontdekt, moet hij dat zo vlug mogelijk bij de
burgemeester of zijn vervanger melden, want zonder
toestemming van de burgemeester mag de klok niet
geluid worden. Verder staat er dat bewoners van hui
zen in de nabijheid van sloten 's winters bijten moeten
hakken in het ijs. Dat laatste zal op Wieringen een
probleem geweest zijn. Daar moest de welput uit
komst bieden.
Het assisteren bij brand was toen dus verplicht als je
door het lot aangewezen was en je verdiende er niets
mee. Dat verandert in 1891 dan is er sprake van be
taling.
Oprichting vrijwillige brandweer
In de Raadsnotulen van Wieringen staat te lezen dat
rond 1890 de raad wil komen tot oprichting van een
vrijwillige brandweer. Er is dan nl. weer een flinke brand geweest. De Middelhoeve in de Polder
Waard Nieuwland is door de bliksem getroffen en verbrand. Korte tijd later is er weer een brand,
Aanstelling J. Slikker als slanghouder
BIJ DE
TE
isVaani
s
aangewezen om bij dif> b r a n d s p u i t
gestationneerd te HIPPOLYTUSHOEF
dienst te doen A
j. DfKIÖJ,, Secretaris.
WIERINGEN, den— 3
ytter en tVetf&itderMatyftiirringem
4» Burgemeester,
z. o. z.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 15e jaargang nr. 3 - 2003