beste methode werd aan geprezen, we 't oude Stroe als voorbeeld voor ons zagen. Overal kleine bewalde krochten en 'n oude Stroeër vertelde ons, dat één zo'n krocht soms aan twee eigenaars behoorde en deze dan de "weerom" werd ge noemd, dat wil zeggen, de helften van zo'n krocht werden jaar op jaar door de eigenaren voor gebruik "om"-ge- wisseld. En de jeugd? Juist t ver- jpet stroegrpaci (foto u{t ket koek "Wieringer Land en Leven in de keer, de fietsen, de mo- TaaV> van j0 Daan) toren, de auto's en bus- sen, maakte hen los van hun "home". Landbouw- en andere scholen werden bezocht, aan sport- en vereenigingsleven werd druk meegedaan (is niet de beste gymnaste van Holl. Noorderkwartier 'n Stroeër jongedame), en zoo zijn de bewoners van Stroe niet meer de stokvaste menschen van 't oudste dorp op 't oude eiland. Moge de bewoners bij al dit nieuwe al 't mooie oude op Stroe niet vergeten, want in deze jachtende tijd hebben velen geen oog meer voor 't mooie en schoone van dit landschap en de oude achterhuus behui- We noemden bij 't begin 't Stroeërpad. Hoevele malen hebben we op 'n stralende Pinkstermorgen dit slingerende pad tusschen de weide- en opschietende roggevelden niet geloopen, genietend van 't golvend landschap. En dan zagen we tegelijk zwarte figuren van Noordburen, Noordstroe en door de Hofweg wandelen, allen zich richtend naar één punt, de oude Vermaning. Geen klokgelui had hen gewaarschuwd, immers 'n klok bezat de vermaning niet, doch allen waren stipt op tijd. Zoo gauw dominee in zicht was, ging men de Kerk binnen, de man nen de meesten met de hooge zijden pet, in de blauwe banken, de vrouwen op de stoelen met biezen matten. De oudsten met 't boerenhoedje en bloedkoralen halsketting, de meer jongere vrouwen getooid met 't gouden ijzer en kaphoedje. Door velen werd 't familie Kerkboek met zilveren krammen meege dragen. Hier was oud-Stroe bijeen, zooals men 't nergens anders op 't eiland kon aantreffenin 't sobere licht, dat door de kleine vensterruiten drong, ontwaarde men op de preekstoel, die eeuwenoude Bijbel met ongelijke en afgerafelde bladen, en tegen de muur een groote Zandlooper, wellicht heel vroeger door een predikant gebruikt om het tijdsverloop van den dienst te bepalen. En in al die soberheid, voelde men, dat hier de behoefte was om te luisteren naar 't woord, afgewisseld door psalm- en gezangverzen, welke door den voorzanger, een orgel was er niet, dat kwam eerst later) werden ingezet. Dit alles kwam mij op dezen Pinksteravond in gedachte, toen ik op de plek waar eens Stroe in 't oude bedehuis tezamen kwam, een paar woonwagens ontwaarde. Een harde werkelijkheid van 't vergankelijke, dat schrijnend aandoet.... wordt vervolgd) - 44 - Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 15e jaargang nr. 2 - 2003

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2003 | | pagina 14