Links vacuümketel. Achterin de pers. Nettel beschikte over veel kennissen en kocht de benodigde chemicaliën en alcohol in. Hij kocht levende vette vis in meerdere soorten, de darmen werden verwijderd en weggegooid. De vis werd met een hamerslagmolen gemalen en in een ketel van zo'n drie a vierhonderd liter met behulp van een vacuümzuiger bij 40 graden zachtjes gekookt. De drab zakte uit en de olie werd boven afge tapt. Men beschikte over twee ketels. De benodigde stoom verkreeg men met een in Vlaardingen gehuurde locomobiel. Voor het beno digde koelwater had men een ingegraven reservoir dat afkomstig was van de MUZ. Scharren leverden een heldere olie. Ook werd er paling gebruikt. Om de visolie helder te krijgen werd aluminium hydrosilicaat gebruikt. De olie werd onder vacuüm gefiltreerd in porseleinen fil ters met fïltreerpapier. De productie bedroeg ongeveer anderhalve liter per dag. In de Zwinstraat raakte men te klein behuisd en Nettel adviseerde om de leegstaande RIBO te huren. Dit was de barak waar Riemersma en De Boer hun mosselinleggerij gedreven hadden. Dit pand stond aan de noordkant van Den Oever bij de zeedijk. Al leen het ketelhuis res teert er nu nog van. Een andere Oostenrijkse ken nis, de heer Seiffert stak geld in de onderneming maar had er verder geen bemoeienissen mee. Helemaal links RIBO. In de tijd dat men in de Zwinstraat werkte, is er in, denkelijk de Schager Courant een artikel over het project gepubli ceerd, waarvoor J.J. Tij- sen de foto's maakte. Hij was wel geïnteres seerd in het fabricage- -42- Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 15e jaargang nr. 2 - 2003

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2003 | | pagina 12