Kanaal van de Marskepolder naar de Broekerpolder Gezien de slechte situatie waarin de waterafvoer van de Marskepolder zich bevind, stelt het Heemraadschap een noodmaatregel voor. Het wil het overtollige water van de Marskepolder via een te graven kanaal naar de Broekerpolder brengen en samen met het water van die polder af laten voeren door het Broekersluisje. Het is de vraag of dit op korte termijn kan worden gerealiseerd. Want uit een intern memo van de Zuiderzeewerken van 20 april 1925 blijkt het volgende. Een citaat: "Broekersluisje. Dit sluisje wordt, wegens den minder gunstige toestand waarin een gedeelte van het metsel werk verkeert, geheel afgebroken en weder opgebouwd. Het nieuwe werk wordt in afmetingen geheel gelijk gemaakt aan het bestaande, behoudens de nu te noemen uitzonderingen." Deze uitzonderingen zijn zo uitgebreid dat er in feite sprake is van het geheel vernieuwen van het sluisje Bij brief van 31 juli 1925 wordt de brief van het Heemraadschap door de Dienst der Zuiderzeewerken beantwoord. Een citaat uit de brief. "Ik deel u mede dat, nu het Broekersluisje toch geheel vernieuwd moet worden, er bi) mij geen bezwaar bestaat, om dit sluisje van Rijkswege bij die vernieuwing op enigszins ruimere afmetingen te doen brengen, waardoor de afwatering van den Broeker- en Marskepolder gebaat zal kunnen worden. Maatregelen in die zin zijn met het oog op vereischten spoed reeds genomen." In de brief wordt er verder nadrukkelijk op gewezen dat er op het Rijk geen enkele verplichting rust ten aanzien van de afwatering van genoemde polders dan alleen die tot het onderhouden van de beide in de Marskedijk gelegen sluisjes. Uit het voorgaande blijkt dat er met grote spoed maatregelen zijn getroffen om de vernieuwing en renovatie zo spoedig mogelijk ter hand te nemen. Deze snelle maatre gelen van het Rijk hebben er toe geleid dat het Heemraadschap Wieringen de noodmaatregel niet heeft hoeven uit te voeren. Het kanaal van de Marske- naar de Broekerpolder is er nooit gekomen Aanbesteding Op 27 mei 1925 werd te Den Haag het bestek n°. 21. Z.W. aanbesteed. Het betreft hier het bestek voor het verhoogen van den Rinkewiels- en den Marskedijk op het eiland Wieringen met bijkomende werken. Het totale werk werd geraamd op 260.000, Buiten het kader Hoewel deel uitmakend van het geheel vallen de werkzaamheden met betrekking tot het verhogen en verzwaren van de genoemde dijken buiten het kader van dit artikel. In dit geval hebben alleen de bij komende werken onze aandacht. Bijkomende werken De bijkomende werken die in het bestek worden genoemd bestaan uit: Vernieuwing van het Broekersluisje; Herstelling van het Marskesluisje. Vernieuwing van het Broeker sluis je Het slopen en daarna vernieuwen van het Broekersluisje wordt in het bestek als volgt omschreven, "Het ongeveer ter plaatse van dijkpaal 54+50 voorkomende Broekersluisje moet volledig tot op de houten fun deering worden gesloopt. Terwijl de houten buitenkoker geheel moet worden opgeruimd." Zoals eerder beschreven wordt met de houten buitenkoker, de koker van de buitenkolk tot het paal- scherm bedoelt. - 43 - Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 14e jaargang nr. 2 - 2002

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2002 | | pagina 17