et Broeker- en Marskesluisje (deel 2) - 41 - Vernieuwing en renovatie door Jac Feenstra Voorwoord Met betrekking tot het Broeker- en Marskesluisje is in "Op de hoogte" nr. 5 van het jaar 2001 aange geven dat in een volgend artikel nader zal worden ingegaan op de renovatie en vernieuwing van de beide sluisjes welke in de vorige eeuw hebben plaatsgevonden. Zoals bekend hebben deze sluisjes zich destijds in de Marskedijk bevonden. Naar aanleiding van het vorige artikel over de beide sluisjes moet even een correctie worden gegeven. In dat artikel is namelijk vermeld dat de beide sluisjes destijds (eind veertiger jaren van de vorige eeuw) geheel zijn gesloopt. Achteraf is gebleken dat deze vermelding niet geheel juist is geweest. In de loop van dit artikel wordt hier op terug gekomen. Inleiding De wet tot afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee, in het kort de Zuiderzeewet van 1918, bracht economisch, kerkelijk en waterstaatkundig een grote ommekeer voor het eiland Wieringen teweeg. Economisch gezien bracht het de toch vrij besloten gemeenschap op korte of langere termijn in bewe ging. Aan de ene kant gaf de afsluiting van de Zuiderzee werkgelegenheid en aan de andere kant nam het een aantal inwoners het brood uit de mond en moesten er andere middelen van bestaan worden gezocht. Toch probeerde iedereen die er mee te maken had zoveel mogelijk van het fenomeen "afslui ting Zuiderzee" een graantje mee te pikken. In kerkelijke zin veranderde er ook veel. Het ledenaantal van de gevestigde kerkelijke gezindten nam in veelvoud toe. We zullen ons in dit artikel echter beper ken tot een detail van de waterstaatkundige veranderingen. Staatscommissie Lorentz De Staatscommissie Lorentz, die in 1922 werd ingesteld, deed onderzoek naar de waterstaatkundige gevolgen van de komst van de Afsluitdijk. In haar eindverslag, dat in 1926 werd gepubliceerd, conclu deert zij dat de afsluiting van de Zuiderzee een aanzienlijke verhoging van de waterstand, onder meer langs de noordkust van Wieringen, tot gevolg zal hebben. Om in dit geval de eilanders droge voeten te laten houden had dit tot gevolg dat de noordelijke waterkeringen moesten worden aangepast. Zoals in een vorig artikel is aan gegeven werden deze dijken vanaf 1922 door de Dienst der Zuider zeewerken beheerd en onderhouden. Marskedijk De Marskedijk, met een lengte van 2720 meter, was destijds één van de waterkeringen welke om eerder ge noemde redenen moes ten worden verzwaard en verhoogd. Zoals in het vorige artikel ge noemd bevonden zich destijds twee uitwate- Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 14° jaargang nr, 2 - 2002

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2002 | | pagina 15