ET VERHAAL VAN MIJN JEUGD - 36 - door Hendrik van Eerden Dit verhaal begint in Den Oever medio juni 1931 komen wij met het schip "Ziet op uw zelf" de haven binnenvaren. Eerst lagen wij vlot, maar met de harde wind op de kust gezet. Wij waren in Groningen gewend om 's avonds om zes uur naar bed te gaan, maar het was hier gauw over. Op Wieringen was de jeugd anders gewend, dus wij veranderden ook snel. In Den Oever was het heel druk vanwege de Zuiderzeewerken. Wij raakten naar de Christelijke school in Den Oever. Op ons eerste rapport stond een 2 voor bij belkennis. Wij brachten onze tijd door met zeilen met de boot, zwemmen, krukels zoeken, koken en opeten. Later hadden we zeilschip "Dientje". We gingen dan scharhoepelen1) bij de spuisluizen, we hadden soms een kruiwagen vol. Moeder ging dan een gedeelte bakken en droge schar maken. Heerlijk! De dijk ging dicht op 28-5-1932 dat weet het nog heel goed, want alle O.J.B.2) kranen draaiden op stoom en die gaven behoorlijk geluid. Toen kwamen de haringen. Schepen vol, dus wij haring roken. De eerste keer duurde het een dag met zaagsel. Later gebruikten we takkenbossen in het vat, want die waren er genoeg, die werden gebruikt voor de zinkstukken bij de sluizen. Dat ging veel beter. De tijd van werken brak aan. Er werd knap verdiend, maar het werk was wel zwaar. Stenen kruien en zinkstukken leggen enz. Daarna kwamen de crisisjaren. Vader ging de Meer in te diepspitten en greppels graven. Er was ook een rouleersysteem 3 weken werken en 3 weken op steun. Als je steun trok moest je 2 keer per dag naar Hippo om te stempelen. Mijn broer Abel was 15 jaar en moest naar Breezand om vetzaad te gulden verdiende werd er van vaders steun 4 gulden ingehouden. Het was dus geen vetpot bij ons. Moeder maakte zelf margarine van flesolie waar wat door kwam, maar wat weet ik niet meer, dat deden veel meer mensen. Toen maakte Unilever de olie duurder en loonde het niet meer. Ik ging van school toen ik 13 jaar was. Ik kon niet tegen school en ik was zo mager dat moeder me 'geep' noemde. Mijn eerste baas was Smid stra, dat was onze buurman geweest in de haven. In het voorjaar bomen planten in de Wieringermeer voor 9 cent per uur. Een trommel brood mee. Om negen uur 3 dubbele stukken, om twaalf uur 3 dubbele stukken en om drie uur 2 dubbele stukken en dan was de trommel leeg. Het beleg bestond uit een lik margarine aan één kant en bruine suiker. zeven. Hij verdiende daar 6 gulden in de week mee. Omdat Abel 6 Dorspersoneel. VI. n. r. Nan Takes, Cor Lont, Cor van Savoijen, Cor Lont van Sijtje, Hendrik van Eerden, Henny Tienstra, Simon Klein, Jaap Schachtschabel en Nan Klein. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - I4e jaargang nr. 2 - 2002

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2002 | | pagina 10