Qnarchisme op Wieringen
- 51 -
door S. Zwarts
De ontwikkeling van ons land tot een multiculturele samenleving gaat gepaard met spanningen en
emoties. Vreemdelingen worden soms argwanend bekeken. Migratie is van alle tijden en ook in het
verleden was de houding van de autochtone bevolking vaak negatief. Om later te concluderen dat
het toch wel meeviel.
Zo ging het ook toen Wieringen door de Zuiderzeewerken totaal veranderde. Er kwamen werkers
van het vasteland, die het sociale leven veranderden en de Wieringer gemeenschap was er niet blij
mee. "Wat moeten die turfvreters hier" vroegen ze zich af.
Één van die veranderingen betrof de politiek. In haar boek "Wieringer land en leven in de taal"
beschrijft Jo Daan de Wieringers als mensen met een grote vrijheidszin. Maar dit vertaalde zich
niet naar politieke activiteit. Die was gering. Men had weinig inzicht in de standpunten van de
verschillende politieke partijen. De sympathie was aan de kant van waar het voordeel kwam,
aldus Daan. Tegenstellingen waren er, maar niet al te openlijk. De klassen hadden elkaar nodig
door alle beperkingen van het eiland. Men kwam elkaar altijd weer tegen.
De komst van de vele Zuiderzeearbeiders in deze traditionele samenleving was een grote verande
ring. Vanuit het Drentse veen gekomen waren zij door hun slechte sociale positie gewend actief te strij
den voor een beter bestaan. Met hun komst werd ook het anarchisme op Wieringen geïntroduceerd.
Wat is anarchisme?
Het anarchisme is in ons land een oudere vorm van socialisme geweest dan het marxisme. In de
Eerste Internationale (1864-1877) was de Nederlandse sectie eerder beïnvloed door Bakoenin en
Proudhon dan door Marx. De leus van Bakoenin was: Geen stelsel! Geen gezag, geen dwang, geen
staat, geen leiding van boven, geen organisatie of reglementering, maar volledige individuele vrij
heid, samengaande met het gemeenschappelijke gebruik van de productiemiddelen.
Anders dan de latere sociaal-democraten en communisten zag men niets in de leidende rol van de
partij. Ook werd verschillend gedacht over de rol van de vakbeweging. Sommige anarchisten zagen
een vorm van vakorganisatie als noodzakelijk (de zg. syndicalisten), anderen zagen zelfs in een syn
dicalistische vakbond het gevaar van bonzendom. En nog gevaarlijker was in hun opvatting de
onvermijdelijke samenwerking met werkgevers en overheid. Zo kon de vakbond nooit een orgaan
van de revolutie worden.
Het anarchisme is wel eens vergeleken met het christendom. Beiden splitsten zich in talloze deelbe-
wegingen met telkens weer iets andere opvattingen. Zo was er de beweging: "Neem en eet". Uit
een pamflet van 1933: "Wij propageren de onteigening van de productie en productiemiddelen.
Nemen is een gebiedende noodzaak geworden. Haal leeg de magazijnen en warenhuizen. Neem
wat u toekomt en verdeel het".
Te verdelen zou er genoeg zijn geweest. Maar het was crisis, er was massawerkloosheid en er heer
ste gebrek en honger. Tegelijkertijd was er overvloed aan producten die niet verkocht werden door
gebrek aan koopkracht. Groente en fruit dat op de mestvaalt kwam, graan waarmee de locomotie
ven gestookt werden en koffie die in zee gedumpt werd. Waarschijnlijk is dit "neem en eet" begin
sel op Wieringen niet toegepast. Van de theorie was men zeker op de hoogte via de lezingen van
Anton Constandse, waarover later meer.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 13e jaargang nr. 3 - 2001