In 1904 voltrekt zich een ramp in het huis aan de Belt. Er wordt weer een zoon geboren, Weert, maar moeder Dieuwertje overlijdt hierbij aan kraamvrouwenkoorts. Zij is dan 32 jaar. Vader Lont blijft achter met 4 jonge kinderen. Na 3 maanden overlijdt ook de kleine Weert. Omdat vader Lont visser was kon hij niet goed voor zijn kinderen zorgen, maar oom Weert, de 4 jaar oudere (vrijgezel le) broer van Elbert, neemt de kinderen op in zijn huis aan de Nieuwstraat. Ze zijn in hun jonge jaren altijd bij hem gebleven. Het genoemde huis was heel luxe, een herenhuis naar dorpsbegrippen, aldus Lont. Met een prachtige voor deur in het midden en twee identieke voorzijden met schuine hoekramen. Een van de voorzijden met hoekraam is behouden gebleven evenals de ori ginele voordeur. In het bovenlicht van de voordeur is een levensboom aan gegeven. Er waren veel van deze voor deuren, verteld Lont. Alleen deze is er nu nog over. Achter de voordeur een lange gang met rondom marmer. Aan weerzijden hiervan een grote kamer, beide bekleed met mahonie hout en Japans eiken, zoals deuren en bedsteden. Achter het behang zat een tegelwand met bijbelse voorstellingen. Met in het midden een tableau met V.O.C.-schepen. Helaas is de tegelwand rond 1950 verloren gegaan. De kelder was geheel belegd met plavuizen. Het hout werk aan en in het huis was zo hard dat je er bijna geen spijker in kon slaan. De tuin was voor die tijd prachtig, met slingerpaadjes, vele soorten en rassen fruitbomen en bessen en een pergola met druiven. Heel mooi allemaal, weet Lont zich te herinneren. Ongeveer in 1899 heeft oom Weert Lont het huis gekocht van mevrouw Maats. Deze was vroed vrouw en een zuster van huisarts en burgemeester Pieter Janz. Maats. Het huis was toen al onge veer 200 jaar oud. Wie dit huis ooit heeft gebouwd is niet bekend. Zo is wel eens verteld dat het door iemand van de Koopvaardij is neergezet. Weert Lont was 31 jaar toen hij het huis kocht. Hij was schilder van beroep. Hij veranderde één van de kamers in een winkeltje en achter werd een werkplaats ingericht. Van hier uit ging hij lopend te schilderen over heel Wieringen. De verf en benodigheden droeg hij aan een juk (rak op zijn Wierings) op zijn schouders mee. Ieder jaar, rond eind juli, had oom Weert het druk met zijn schilderwerk. De Noordzeeschepen lagen dan voor de wal in het Nauwland, want het was dan Wieringer Kermis en dan werd er gefeest en niet gevist, net zoals dit nu met de Florafeesten gebeurt. Het Nauwland was een kleine inham in de zuidoosthoek van het eiland, tegen de Waard Nieuwlandpolder. Ongeveer op de plaats waar nu het Stontele-haventje is. Jan Lont ging op 't Hoekje naar de lagere school. Toen hij zeven jaar was, kreeg hij ruzie met een klasgenoot. Ze raakten in gevecht, waarbij Lont klappen tegen zijn achterhoofd kreeg. Hierdoor werden zijn gehoorbeentjes beschadigd. Dit is in de loop van zijn leven verergerd, totdat hij geheel doof is geworden. Dit was en is nog steeds een grote handicap voor hem. Het was in die tijd heel Nieuwstraat 44 een Provinciaal Monument - 66 - Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hóógte" - 13e jaargang nr. 3 - 2001

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2001 | | pagina 20