opbrengst van school- en kerkegelden. Het traktement van de dominee en de schoolmeester /koster alsmede de armenkas en het onderhoud van de (kerk) gebouwen en andere eigendommen behoren tot de uitgaven van de kerk. De hele administratie hiervan en de daaraan gekoppelde financiën worden in een soort kistje bewaard (tegenwoordig zou men spreken van een kluis). Dit waardekist- je is meestal in het huis van de predikant opgeslagen, doch de sleutel berust bij één van de kerken raadsleden. Het is gebruikelijk dat tijdens een kerkenraadsvergadering op de eerste maand van het jaar, het waardekistje wordt geopend en de raad laat dan alle financiële zaken de revue passeren. Tijdens de (financiële) vergadering van 1717 besloten de leden van de kerkenraad dat uit de op brengst van de boedel van wijlen Cornells Lamberts Poel 300 gulden!!! voor de kerk moest worden bestemd. De heer Poel had in de jaren voor zijn overlijden moeite om rond te komen van zijn in komsten en had hij dienaangaande zijn nood geklaagd bij de notabelen van de kerk. Naar aanlei ding hiervan had de kerkenraad destijds met de heer Poel een overeenkomst gesloten dat, zolang hij leefde "6 gulden -'s jaers op den I Augusti zou krijgen". In bedoelde overeenkomst stond als voorwaarde opgenomen dat als degene waarmee het contract was gesloten, zou komen te over lijden en de middelen hiertoe aanwezig waren, een zeker bedrag aan de kerk moest worden terug betaald. Bedoelde 300 gulden en hetzelfde bedrag verkregen uit een schenking zou worden besteed aan het aankopen van een obligatie of losrentebrief. Deze obligatie wordt samen met baar geld en een paar stukjes goud alsmede een schenking van honderd gulden ook aan het waardekistje toege voegd. Verkiezing van kerkenraadsleden Het was op Wieringen traditie dat op de eerste Kerstdag het Heilig Avondmaal in de kerk werd gevierd. In dezelfde dienst werd dan tevens een dubbeltal van ouderlingen en diakenen opgesteld. Destijds was het gebruikelijk dat de verkozen gemeenteleden voor de komende twee jaar werden benoemd. In het jaar onzes Heeren 1717 zou deze traditie echter worden doorbroken. De mens wikt... De dienst was door dominee Groet Sirmenhuisen goed voorbereid. De schoolmeester/koster had het brood en de wijn voor de Avondmaaldienst ingeslagen. Ook had hij het kerkgebouw een extra schoonmaakbeurt gegeven. Doch de mens wikt. Het was 's morgens al begonnen. De wind die al een paar dagen stevig uit het westen had gewaaid draaide op de eerste kerstdag naar het noordwesten en nam toe tot een zware storm. Tijdens hoog water stond het schuimende en brullende zeewater hoog tegen de toch al niet sterke zeeweringen. De eilandbewoners waren gewend aan natuuraanvallen op de kust, maar elke keer vroeg iedereen zich in spanning af: "Zullen de dijken het houden?" Op de zeedijken die het meest van de storm hadden te lijden liepen een groep mensen beurtelings wacht. Iedereen die niet buiten hoefde te zijn bleef binnen. Omdat iedereen vanwege de storm bij eigen huis en haard wilde blijven werd de kerk dienst op de Eerste Kerstdag afgelast. Ook de volgende dag 2e Kerstdag was het niet mogelijk een kerkdienst te houden. In de annalen staat het volgende daarover te lezen: "Maer door den sterke windtdog in sonderheid door de tot nog toe noit beleefde water- vloedt is 't ons belet ook selfs het predikken, niet alleen op deesen dag, maer ook des ogdtens op de volgende; hoewel toen des namiddags hebbe gepredikt ende met de Eer- waerde Kerkenraadt beslooten op Nieuwejaersdag de Bondtzegelenuit te reiken en een dubbeldgetal te maeken." Bondtzegelen waren verzegelde enveloppen waarin de door de gemeente uit de dubbeltallen gekozen ambtsdragers waren gestoken. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 13e jaargang nr. 2 - 2001

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2001 | | pagina 13