Regenbak en welput
De regenbak is heel groot en ligt
onder de vloer van het achter
huis. Het bovendeel is te zien op
de foto. Niet altijd zo mooi met
tegeltjes.
De bak was naar buiten verbon
den met een pijp, die weer aan
de dakgoot was bevestigd. Het
regenwater kwam via het pan
nendak, dat boven het woonge
deelte is, in de goot en via de
pijp in de regenbak. Deze pijp Regenbak Oosterklief 6 van Aaltje Bakker (foto Theo Mulder)
kon aan- en afgekoppeld worden,
want bij regen en wind van zee was het water te zout en niet geschikt voor consumptie. Dan werd
de pijp afgekoppeld. Kwam regen en wind uit een betere hoek dan werd er weer aangekoppeld. Dat
was de reden waarom de regenbak zo'n grote inhoud heeft - je moest zorgen voor voldoende voor
raad.
De welput
De welput, - waarin spontaan zoet water opwelt - werd gebruikt voor het vee. Er was meestal ook
een welput buiten op het erf, ook met water voor het vee, maar indien nodig voor de brandweer.
Op de hoge delen vanWieringen waren immers geen sloten. En de simpele brandspuitjes van rond
1900 hadden geen tank met water bij zich.
Bij de vraag, hoe het komt dat er zoet water in de welput zit met de zoute Waddenzee heel dicht bij,
luidt het antwoord: "Zoet water heeft een lager soortelijk gewicht dan zout water en komt daardoor
boven".
Dors en dorsschoorsteen
Via een gangetje tussen turfhok en paard kom je op de dors of de darsk. Deze heeft een vloer van
keileem. En hier werd inderdaad vroeger met de dorsvlegel het graan gedorst.
Op de dors bevindt zich één van de belangrijkste kenmerken van de originele Wieringer boerderij,
nl. het dorsschoorsteentje of zeumerskoerstientje. Hier werd in de zomer gekookt, vuur van
gedroogde schapenkeutels, een pan aan een ketting boven het vuur. De schoorsteen begint op de
grond en eindigt ergens halverwege het rieten dak. Een wezenlijk onderdeel zijn twee kleine raam
pjes, voorzien van vensterglas, aan weerszijden in de schoorsteen iets boven panhoogte.
- 67 -
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 12e jaargang nr. 3 - 2000