UDE WlERINGER VERHALEN - 51 - Hier staan ik den an het begin (Deel 2) door miv. M. Smid-Kooij En nu het begin van de oorlog. Ik stond 's morgens vroeg met de buurvrouw te praten, prachtig mooi weer, de vogels zongen zo mooi in de bomen, het was dan ook Mei en het was alles vliegtui gen en Den Helder werd al flink gebombardeerd. Al dagen hadden we in angstige spanning geleefd - het was dus oorlog - De buurman en vele vissermannen waren op zee o.a. naar de ansjovis kamers, dat was ook het werk van opa, maar kon daar door omstandigheden als mobilisatie niet aan deelnemen. Weldra moesten wij en vele anderen uit veiligheidsoverwegingen onze huizen verla ten. Ik met drie jonge kinderen naar m'n zuster in Westerland en maar afwachten hoe het verder zou gaan. Wat ben je dan machteloos. Je hoorde veel verhalen overal vandaan, ook van en over Kornwerderzand, maar niemand kon me vertellen wat wel of niet waar was. Dan te denken dat je man met vele andere daar aan het eind van de Afsluitdijk in en rond de kazematten in oorlogstoestand verkeer den met als opdracht de oprukkende Duitse troe pen hoe dan ook te ver hinderen de kazematten en de Afsluitdijk te vero veren. Dan werd verteld de Duitsers zijn Kornwerderzand gepasseerd, er is hevig strijd geleverd en dan wat later werd je verteld dat men er in was geslaagd de doorgang te verhinderen wat dan uiteindelijk ook de waar heid was. Maar dat niet weten hoe of wat, dat is dan een vreselijke marteling. Dan de capitulatie, en de volgende fase was, alle manschappen zijn krijgsgevangenen en weer was de vraag: waar zijn ze? En weer geen antwoord. Totdat er iemand bij me kwam en zei, ik heb je man gesproken, ze zijn ondergebracht in de O.L. school in Hippo en alles is goed. Dan slaak je een diepe zucht en zegt: Goddank Dit is een klein stukje over de vreselijke oorlogsdagen van '40, die ik schrijvende weg weer opnieuw heb beleefd. Ik weet niet hoe lang het geduurd heeft tot opa thuiskwam, ik denk ongeveer in het laatst van mei 1940. De eerste groep waren diegenen met een eigen bedrijf en zo vervolgens de anderen. De tijd kwam dat alles op de bon moest worden gekocht, volgens zeggen 1941. Boter en suiker waren het begin. Mannen beneden de 40 jaar moesten naar Duitsland te werk, eerst vrijwillig, later op bevel. Wie niet ging moest een schuilplaats zoeken, dat werd dus onderduiken, dan kon je geen persoons bewijs tonen (uitgegeven nov '41) en kreeg je ook geen bonkaarten, s Avonds moest alles verduis terd zijn, nergens was een lichtje te zien en 's avonds na een bepaalde tijd mocht ook niemand meer op straat, de tijd werd vastgesteld door de Duitsers. Voor de schepen hetzelfde, zo laat varen Nederlandse soldaten bij Kornwerderzand aan het begin van de oorlog. Geheel links Jan Smid Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 12e jaargang nr. 2 - 2000

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2000 | | pagina 17