ERKBOEK OOSTERLAND EN STROE
- 46 -
door mzv. Modder-de Drijver (deel 1)
Het bewaard gebleven kerkboek van de gemeenten Oosterland en Stroe begint in 1714 en eindigt
in 1776.
In 1713 is Dominee Albertus Hellingman overleden op 9 november en wordt Theodorus Groet
Sermenhuisen van Hypolitushoef op dezen Eilande met meerderheid beroepen op 13 Majus 1714
tot onsen wettigen Herder en Leraar om ons met leer en leven te onderwijsen ende te leiden ende
symen H. Dienst in persoon in alle ere en agtinge te hebben en te houden ondertekend door
de Ouderlingen: Cornelis Lammertz. Poel
Cornelis Janz Mulder
Symen Jacobs Vet
Diakenen: Pieter Volkers Poel
Sijmen Volkers
Jan Pietersz
Dan wordt de benoeming op de zelfde dag bevestigd en geratificeert door Johan v. Groeninghen,
Schout der Steden Oosterland en Stroe op desen Eilande in het Raedthuis.
Ter ordenantie van dezelve
Corn. S. koorn (Secretaris)
Ook de Classis van Alkmaar approbeert in haere vergaderinge gehouden op 29 Meij 1714. Op 24
Julius in tegenwoordigheid van de Kerkeraad is hij ten proeve gesteld, door Referendaris
Gruterus, toenmaals predikant in de bedijkte Schermer.
21 April zijnde Paaszondag gehouden en 23 Juni zijnde Zondag voor St. Jan Avondmaaltijd gehou
den. In 't gemeen tot Hypolitushoef en door het overlijden van mijn Collega Wannius Berkhout
voor en na de middag gepreekt.
Op 25 December zijn weer Kerkeraadsleden voorgedragen en op 31 December heeft de Kerkeraad
2 kinder uitbesteed: naegelaten van Pieter Willemsz Lotje en Guurtje Pieters genaamt: Antje
Pieters en Neeltje Pieters. Het eerste kind bij Pieter Jansz en 't tweede bij Jacob Jacobsz voor 1 jaar
ingaande 1716 en expirerend 1 Jan 1717. Zullende voor Antje Pieters 's jaars geven 49 guldens en
2 koppen rogge en voor Neeltje Pieters 10 stuivers alle weeke met een soetemelkse kaas ijder
maent zullende Jacob Jacobszoon deselve nootdruft bij de diacony halen.
En zo kabbelt het rustig wat door in dit kerkboek. Er werden Kerkeraadsleden gekozen en ze tra
den weer af, Er werd verantwoording afgelegd over de geldzaken. Verder gebeurde er weinig
opzienbarends.
De achtervoegsels achter namen zoals Wannius en Grotius en bijv. Majus voor de maand Mei
waren Latijnse uitgangen voor Wan of Nanning en de Groot en in de Gouden Eeuw een modever
schijnsel.
(wordt vervolgd)
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Höögte" - I2e jaargang nr. 2 - 2000