ET VERHAAL VAN ZEILJACHT DlENTJE
Wat het middagmaal op de verschillende feestdagen betreft, had men daar zelfs een vijfregelig vers
je op:
Kersttijd sop,
Nieuwe jaar brij,
Paask, paaskewëgge met
eieren er bij,
Pinkster ham,
St. Jan 'n vet lam!
(Sop was wittebrood van z.g. schootjes in melk gekooktook een "weg" was witte
brood, en de oude
Wieringers betitelen 't nog zoo).
(wordt vervolgd)
door Hendrik van Eerden
Zeiljacht Dientje, bouwjaar 1932-1933.
Vader kon alles met een bijl, zaag en
hamer. In 1932 dreef de hele haven in
Den Oever vol hout. Vader viste 2 balken
van 25 x 10 cm en 5 m lang op. De bal
ken bijgewerkt tot er een kont aanzat. Toen overdwars allemaal plankjes op de balken
gemaakt. Verder spantje, zijplanken eraan en een mastbank en de boot was zover klaar. Er
moesten zwaarden aan, want het was een platbodem. De zwaarden werden gemaakt van
groen hardhout. Groen hardhout is net ijzer, dat heeft heel veel hoofdbrekens, zweet en
vloeken gekost. Verder een mast met giek en gaffel. Het zeil is door moeder gemaakt van
meelzakjes. Toen te water en het zeilde ook nog.
Op een zondag, mooi weer en vader met kroost de haven uit richting monument (dat was
er toen nog niet) maar er waren wel keten. Het weer werd minder, vader nam een passa
gier mee terug en wij gingen lopend naar huis. Later kwam vader voor de havenmond -
heen en weer - hij dreef aldoor af en na een paar uur kwam hij binnen, wij blij dat we
waren gaan lopen.
Nellie de hond ging ook altijd mee varen en zo gauw als hij een meeuw zag sprong hij
overboord om er achteraan te gaan, maar hij kreeg ze nooit te pakken.
We hebben heel veel plezier gehad met de boot Dientje, je was toen nog blij met een klein
beetje.
- 25 -
[1
Historische Vereniging Wie ringen - "Op de Hoogte" - 12e jaargang nr. 1 - 2000