- 19 -
Verder terug in de tijd waren dit korte deurtjes
die alleen de bedstee afsloten. In de tijd van de
korte bedsteedeuren bestond het hangwerk uit
opleg scharnieren. Bij de latere lange deuren zijn
het doorgaans scharnieren waarvan de geknikte
Afb. 24 bladen tussen de stijlen, het bekledingshout of
spiegelklampen zijn bevestigd. Al het sluitwerk van binnendeuren bestond uit een eenvoudige wer
vel of uit een deurknop met aan de achterzijde een wervel, afb. 25 en 26. Onder de deurknoppen
was een onderscheid te maken tussen eiken en een luxere uitvoering van donker getint tropisch
hardhout. Afb. 25 T Afb. 26
vloer hiervan bestond uit blauwe plavuizen en bij
sommige woningen uit rode die dan geel of
groen geglazuurd waren. Voor de ventilatie was in
de buitenmuur dikwijls een opening van een
halve steen uitgespaard, die dan in de winter
werd dichtgestopt. De ruimte wordt afgesloten
door een luikje. Zowel de bedstee als de ruimte
eronder worden in hun geheel weer afgesloten
door lange deuren.
Afb. 27
Afb. 27 is een opname van de voorka
mer en toont de brede wand- en vloer
delen die toentertijd gebruikelijk waren.
Ook de zolderdelen waren van gelijke
breedte als die van de vloer. Tegen het
doorstuiven werd er later tussen de zol
derbalken dikwijls schilderskarton aan
gebracht. Er waren ook kamers met een
lambrisering met daarboven op jute
geplakt behangpapier. We zien hier ook
de bij de muurdam een doorlopende
vensterbank (blommebord of blomme-
plank) en een schap in de hoek van de
kamer. Dit laatste is waarschijnlijk van
latere datum en bedoeld voor een radio.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 12e jaargang nr. 1 - 2000