- 12 -
De hier te bespreken woning is van een type dat voorheen tamelijk veel op Wieringen voorkwam.
De meest voorkomende variant had een uit steen opgetrokken aanbouw (oafdak) met een lesse
naarsdak tegen de achtergevel. Voor het overige bestonden de variaties voornamelijk uit min of
meer ondergeschikte details. In de loop der jaren zijn ze aangepast naar de eisen des tijds waarbij
de oorspronkelijke uitvoering verloren is gegaan. Tot aan 1987 bleef deze woning als laatste in grote
lijnen onveranderd. In verband met verbouwplannen kreeg het Museum Jan Lont toestemming de
binnenbetimmering er uit te slopen om met het materiaal het interieur van het museum te recon
strueren. Tijdens het slopen zijn er diverse foto's van het in- en exterieur gemaakt. Deze opnamen
vormen een goede aanleiding om er in ruimere zin iets meer over te vertellen.
De te bespreken woning
Het is omstreeks 1895 als de in Sijbekarspel geboren Simon Stapel en zijn op Terschelling geboren
vrouw Mina Wiegman (dochter van een Wieringer vader en Terschellinger moeder) in Westerland
een woning laten bouwen. Volgens mevrouw Meuleveld-Scheltus is haar grootvader een twintigjari
ge visserman als hij hiertoe de opdracht geeft. De woning meet buitenwerks 7,11 m x 4,80 m.
Inclusief het bouwterrein van 12 are en 59 ca, het schilderwerk e.d. kost hem dat in die tijd zo'n
1800,—. Naar aanleiding van het nummer van Stapel zijn schip, de WR 222, werd het schip, het
huis en zijn bewoners ook wel de drie zwaantjes genoemd. Geheel in overeenstemming met de toen
nog in zwang zijnde Wieringer traditie om geen naam aan een huis te geven bleef die titel als
opschrift achterwege. Vergeleken met de stolpboerderij van R de Haan die toentertijd aan de lin
kerzijde stond en de woningen aan
de rechterzijde werd het huis ten
opzichte van de rooilijn iets meer
naar achteren (inverdan) gebouwd.
De voorheen meest voorkomende
gele Friese steen, die vanaf om
streeks het begin van de twintigste
eeuw wordt vervangen door de brui
ne hardgrauw is bij deze woning nog
gebruikt.
De onder ge veis (Afb.4)
(Afb.5) T
Afb. 4 toont de voorgevel met de verdeling van de raam-
partijen. Traditiegetrouw zijn het nog allemaal schuifra
men. Tegen het van buitenaf omhoog schuiven zijn ze
voorzien van een raampen die van binnenuit door het
raamhout in het kozijn wordt gestoken. De twee kozijnen
met de elkaar overlappende vensterluiken zijn van de voor
kamer. Hier werd alleen in de wintermaanden gewoond.
In de zomer was dit meer een pronkkamer. Het enkele
kozijn is van de kleinere achterkamer waar men in de
zomermaanden woonde.
Bij de detail opname, afb. 5, van het kamerraam in de oos
telijke zijgevel, zien we dat deze gevel nadien tegen het
doorslaan is bepleisterd. Normaliter zouden we dit eerder
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 12c jaargang nr. 1 - 2000