- 132 - In de zomer woonde men in de stal. Men leefde eenvoudig, de mooie pronkkamer werd alleen op hoogtijdagen (verjaardag kerst) gebruikt. Iedereen kwam en ging door de achterdeur, slechts twee keer mocht men door de voordeur, deze was alleen voorbestemd voor het bruidspaar en de overlevende. Bij herfstdag werd een koe of varken geslacht, hammen en wor sten kwamen op de zolder naast de schoorsteen te hangen. De moestuin gaf veel werk, diepvriezers bestonden niet, dagenlang was men bezig om de bonen en andere groenten in glazen pot ten te wecken van bessen werd jam gemaakt. Over het algemeen was het vroeg bedtijd behalve op de dinsdag dan luisterde men naar het populaire radioprogramma "De bonte dinsdagavond- trein" en leefde mee met de perikelen van Sjaan en de familie Doorsnee. Uitgaan gebeurde zelden bij de winkelier werden zegeltjes ge spaard en van daaruit jaarlijks een dagreisje met een bus geor ganiseerd. Men ging naar "Snip en Snap" of de IJsrevue. Maar als de Harmonie een uitvoering gaf zat het tjokvol, er was immers geen concurrentie van de T.V. Op die dagen werd het zondagse pak uit de mottenballen gehaald en verwisselde men de klompen voor glad gepoetste schoenen. De kermis was een jaarlijks hoogtepunt, dan ook kreeg men nieuwe kleren, in deze kermisdagen kwamen waarzeggers aan de deur, draaiorgels en scharensliep deden dan goede zaken. In de stolp tegenover ons woonden Piet en Alie, hoewel ze schatrijk waren leefden deze mensen éénvoudig, het middagmaal, veelal stamppot, werd in een grote schaal op het tafelzeiltje gezet. Men at gezamenlijk uit de schaal, in het midden van de schaal stond een kommetje jus, bij elke hap doopte men daar de vork in. Alie ging elke maandag met haar tasje op de fiets en altijd met een hoedje op naar de toen nog Coöperatieve Boerenleenbank, ze had dan volgens een oud Wierings gezegde "alles om en an" dit duidde op de dubbele bloedkoralen sieraden met het bewerkte gouden slot/sluiting. In de kerkebuurt waren kleine winkeltjes, in één ervan stond Trijntje van Piet Tijsen in haar geste ven witte schort achter de toonbank. Alles werd per ons afgewogen en in bruine puntzakken ver pakt. Bakker en slager ventten aan de deur. Jan de groenteboer was tevens koster van de kerk, met kerstmis stond hij op een hoge ladder om zo de vele echte kaarsjes in de boom aan te kunnen ste ken. Alles ging gemoedelijk, zo kon het gebeuren, dat Cees de postbode langskwam en met een kaart in de hand meldde dat er morgen een gast kwam. Op de hoeve was daar het dagelijks terug kerende ritme van het melken der koeien, dit gebeurde met de hand, vanuit Lutjewinkel werden de melkbussen naar de fabriek vervoerd. Met de hygiëne nam men het niet zo nauw, wekelijks een wasbeurt in de tobbe en gelijk verschonen. En als toilet diende het "kleine huisje" (poepdoos) op het achtererf. Soms klonk er in de verte het geluid van kerkklokken en zag men de in het zwart geklede rouwstoet lopend achter de baar naar het kleine kerkhof gaan. Eén jaar en zes weken duurde de rouwtijd. Zo loopt de levenklok gestaag verder en inmiddels komt het jaar 2000 in zicht. Tijden zullen steeds blijven veranderen, alleen de dood en geboorte zullen in ieders mensenleven een terugkerend hoogtepunt blijven. Ik schuif het zilveren slot van de zwarte bijbel weer dicht en ben hiermede gekomen aan het einde van mijn ver haal. Het gaf in vogelvlucht een terugblik op het leven van een vorige familiegeneratie met daarom heen als decor de mede buurtbewoners uit die tijd. Eens wanneer de tijd daar is, zal deze bijbel volgens een aloude traditie worden doorgegeven aan Gert-Jan onze volgende stamhouder van het geslacht Wiegman. Buurman Piet Mostert van Alie met juk en emmers bezig op zijn boerenerf. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 1 le jaargang nr. 5 - 1999

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1999 | | pagina 18