- 131 -
Misschien dat ikzelf nu jaren later toch nog iets van dit erfelijke
trekje heb meegekregen. In het jaar 1906 zag mijn vader
Lambertus het levenslicht. Hij zou het enige kind blijven van
Cornelis en Mina.
Bertus Wiegman doet de ronde
door z'n dagelijkse melkwijk met
paard en wagen
Naast het boer zijn werd er ook melk uitgevent, eerst met de
hondenkar, later ging men over op paard en wagen. In die tijd
was het heel gewoon dat de kinderen bij hun ouders inwoon
den, opa die al jong weduwnaar werd bewoonde het achterste
gedeelte van de boerderij tegen de stallen aan. Er waren 5 bed
steden. De winters konden bar koud zijn 's avonds werd er voor
men naar bed ging eerst een warme kruik tussen de dekens
gelegd, 's Nachts ging de kachel uit, deze werd de volgende
morgen pas weer aangemaakt met houtjes en petroleum.
Overdag werd gestookt met turf en briketten, deze lagen dan
overdag te gloeien en gaven zo flink warmte af. Als het donker
werd en de avond inviel, werden de luiken voor de ruiten geslo
ten. Als het ging vriezen stonden 's morgens de ijsbloemen dik
op de ramen, met warme adem bliezen we een stukje schoon
om zo toch naar buiten te kunnen zien.
De vrouwen hielden in huis twee keer
grote schoonmaak in 't voor- en na-
Cornelis Wiegman jr.( 1926-1998) met
de arrensleeomringd door meiden uit de
Kerkebuurt. Voor de ar het Belgse trek
paard met rinkelende bellentuig.
Sijtje van Bertus Wiegman met opie Mina Wiegman-
Scheltus bezig met de schoonmaak (emmer en matten
klopper)
jaar. De gehele huisraad beddengoed
dekens alles werd naar buiten gesleept er
werd geklopt, geboend en gewreven. Als
het huis "schoon" was mocht de kachel
niet meer branden, op koude dagen ging
de petroleumkachel aan. In mei ging het
vee de wei in, de stallen werden schoonge
boend en gewit, hierop kwamen de blau
we antieke borden, Keulse potten en
andere pronkstukken te staan, in de koe-
groep kwam wit zand en schelpen.
Met sneeuw werd de arrenslee van de hooizolder gehaald, de Belgse trekpaarden op scherp gezet
(speciaal hoefbeslag) en met hun rinkelende bellentuig trokken deze de ar door de Kerkebuurt.
Het was vooral als er ijs lag daar onder
het schaatsenrijden dat menig ontlui
kende liefde opbloeide. Wanneer na
zo'n lange winter het voorjaar in zicht
kwam nam ook de bedrijvigheid op de
hoeve toe. Het land moest bewerkt
worden voor de nieuwe oogst, machi
nes waren er bijna niet alles gebeurde
handmatig of met paarden voor de eg
of kar.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 1 lc jaargang nr. 5 - 1999