- 129 - In 1994 worden mapjes met ansichtkaarten samengesteld. Op de kaarten, in zwart-wit, staan diver se vrouwelijke hoofdtooien van rond 1900. Deze ansichten werden o.a. gebruikt om aan de leden als kerst- en nieuwjaarsgroet te sturen In 1996 wordt door Henk Braad en Tannie Lont-Lont en Jaap Lont een ansichtkaartenboekje samengesteld. De titel "Wieringen in ansichtkaarten 1950-1970" geeft duidelijk de inhoud weer. In voorbereiding is een boek over de havens van Wieringen, samengesteld door Cees Tijsen uit Castricum. Of dat nog uitkomt in 1999 is niet zeker. Excursies leden Een jaarlijks terugkerend evenement is de excursie voor de leden. Samen met een aantal leden met een bus ergens naar toe. 't Is vaak net een schoolreisje. Wat werd er in de loop van de jaren bezocht? In 1990 naar Vestingmuseum Kornwerderzand. In 1991 naar Den Helder fort Kijkduin. In 1992 naar Wieringerwaard, het Polderhuis en de molen bekijken. In 1993 naar Enkhuizen, naar het buitenmuseum en daar speciaal de Wieringer bezienswaardigheden. In 1994 naar Hoorn, naar het Westfries museum en een stadswandeling. In 1995 naar Amsterdam, naar het Scheepvaart museum. In 1996 naar Broek in Waterland, een rondwandeling door dit fraaie oude dorp. Daarna kon je kiezen: of naar De Rijp naar Museum 't Houten Huis of naar Middenbeemster naar Museum Betje Wolff. In 1997 naarWorkum, bezoek aan het Jopie Huisman museum. Daarna nog enkele onderdelen van de Aoldfaers-erfroute. In 1998 naar Den Helder, bezoek aan Marine museum, de mijnenveger Abraham Crijnssen bekijken en naar de Traditiekamer. In 1999 naar Lelystad naar de Bataviawerf. Henk Cornelissen was onze gastheer op de Begin 1900 waren er wel duizend keer zoveel rotganzen dan tegenwoordig. De rotganzen kwa men net als nu in de herfstmaar ze kwamen toen niet aan de wal, ze aten wierwortels. De vissers op de aakjes hadden bijna allemaal een geweer en schoten wel eens een gans om een bont mee naar huis te nemen. Er waren ook jagers die ganzen schoten voor de handel. Ze hadden een klein bootje, wit geverfd, heel smal. Ze lagen dan voorover in het bootje en hadden een groot geweer voorop staan. Ze noemden zo'n geweer een kanongeweer. Er zat kruit en fijne hagel in. De ganzen zaten in grote groepen bij elkaar op de platen als die met laag water droogvielen. Een gans kan niet duiken, een eend wel, een gans kan dus alleen met laagwater foerageren. In de nacht gingen de jagers eropuit met een lichtbak en als ze dan naar de ganzen voeren draaiden ze het licht steeds lager. De ganzen dachten dan dat het licht ongevaarlijk was en nog steeds ver weg. De jagers wisten precies hoever ze van de ganzen verwijderd moesten zijn om te schieten. Soms moesten ze nog een klein eindje terugvaren en dan schoten ze met het kanongeweer waar wel een ons kruit en hagel inzat. De ganzen vlogen op en vaak hadden ze 50 a 60 ganzen tegelijk. De ganzen van een goede jager hadden maar weinig hagel in hun lijf. Waren ze te dichtbij, dan had den de ganzen te veel hagel en onverkoopbaar. "Kapotte"ganzen, daar had de handel niets aan. Met oud en nieuw op oudejaarsavond schoten de Wieringers in de lucht, maar dan alleen met Oud en nieuw 1900 WE.A. van Tol (aan mij verteld door Martin ten Bokkel) kruit. Gelukkig 2000! Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 1 le jaargang nr. 5 - 1999

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1999 | | pagina 15