I jOE KWAMEN ZIJ OP WlERINGEN
-96-
door W.E.A. van Tol
Frederik Peper werd 11 mei 1906 in Gouda geboren aan boord van het vrachtschip "de Am
bulant". Zijn vader was Berend Peper getrouwd met Harmke Kettler. Frederik had een 11/2 jaar
ouder zusje. Toen Frederik IV2 jaar oud was is moeder overleden in Vreeswijk en zij werd daar ook
begraven. Zo gaat dat bij schippers.
Later is in Vreeswijk het eerste internaat gebouwd voor schipperskinderen, het bestond nog niet
toen Frederik klein was, hij is tot de 3e klas gekomen.
In 1910 hertrouwde Berend met Trientje Kap, ze kregen nog 2 kinderen, een meisje en een jongen.
Berend Peper had een aakschip van 109 ton. Dat was begin 1900. Ze voeren nog voor de zeilen,
geen motor. En ze vervoerden alles waar maar wat aan te verdienen was, turf, mest, karton etc.
Ook zoon Frederik ging varen, eerst op een aakschip en later op de wijkdienst. Deze schepen heet
ten allemaal "wijk". Zoals Steenwijk, Vreeswijk, Kalkwijk. Ze voeren van Amsterdam naar "boven"
naar Duitsland. Keulen, Mainz etc. Ze namen ook een schip op sleeptouw, die schepen heetten
allen wijkdienst 1,2,3 enz.
Daarna ging hij varen bij een neef van zijn vader, op een sleep kastje van 3V2 honderd ton.
Op de wijkdienst leerde je varen op de grote rivieren en naar Duitsland en op het sleepkastje naar
Zeeland en België.
In 1932 trouwde Frederik met Tetje Brandsma, een schip-
persdochter die op 4 maart 1907 aan boord in Rotterdam
was geboren. Ze gingen varen op een Klipperaak de
"Ambuland II", 125 ton. Met een nieuwe 44 Kromhout
gloeitop 2 cilinder moter, 2 takt met middeldruk. (Wel met
zeilen) Frederik en Tetje kregen 4 kinderen allen aan boord
van de "Ambuland" geboren.
Berend werd op 15 december 1932 geboren in Amsterdam,
Tjeerd 14 juni 1934 in de Zalmhaven in Rotterdam,
Trientje 20 september 1944 in Groningen en Harmke
Trientje 18 november 1946 in Amsterdam.
Links:
Frederik Peper en Tetje
Brandsma met hun kinde
ren Berend en Tjeerd.
Onder:
De eerste Ambulant
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hóógte" - 1 lc jaargang nr. 4 - 1999