ET EILAND WlERINGEN VOOR EEN HALVE EEUW
Uit de krant van 2 mei 1939
(Vervolg op 11e jaargang nr. 1, blz. 23)
De opgesierde Wïeringer stal is de
trots van de boerin, laten we liever
zeggen "was", want helaas, ook hier
van is in die 50 jaren zoo bitter wei
nig overgebleven. Met de velen die
moesten verdwijnen, omdat de
boerderij werd gemoderniseerd, is
ook de prachtige stal van Siemon
Rotgans teloor gegaan. Ja, de oude
hofstede staat er nog, doch 't boe
renbedrijf wordt er niet meer uitge
oefend en van al het mooie in het
"achterhuus"' waarin "Pietertje van
de slager" zoovele vreemdelingen
gastvrij heeft ontvangen, is niets,
maar dan ook niets meer te zien.
Verplaatsen wij daarom ons in gedachten een halve eeuw terug, omdat deze stallen van het eiland
waard zijn in onze herinnering te blijven voortleven. Het is midden in den zomer, de bovenhelft
van de achterdeur staat open, en een geur van kamperfoelie, die weelderig in de goed onderhouden
tuin bloeien, bezwangert de lucht in't frissche koele achterhuus, waar thans de familie op de beun
naast de traditioneele groen geverfde houten pomp haar zomerverblijf heeft opgeslagen. De tus-
schenschotten der stallen, helderwit gekalkt en afgezet met een rood biesje, steken hel af bij de
zware groene balken der lage zoldering en de afwisselend rood en wit geschilderdevoorste rij stal-
steentjes voltooien als 't ware de omlijsting van al 't kostbare aardewerk, dat op de stal zorgvuldig is
opgesteld. Rond iedere stal, waarop fijn gezeefd zand is gestrooid, zijn de borden in echt Delftsch
blauw porcelein geplaatst en voorop prijken de antieke Keulsche potten, die weer fijn kristal glas
werk dragen, als suikerpotten, botervlootjes, roomschaaltjes enz. Ook de fijn besneden "erkesto-
ven"ontbreken niet, evenmin de glimmend gepoetste koperen tang en doofpot, terwijl ginds nog
een donkerbruin slegje met koperen banden hangt (slaij" zegt men op z'n Wieringsch, dat is een
houten hamer, waarmee men de stalen pen, 't "soors" in den grond drijft, waaraan 't vee in de
weide vaststaat en waarvan we 'n vorige maal al 'n uitvoerige beschrijving gaven; het hangt hier als
'n stamwapen van de Wieringer boer en alles wat men hier ziet zijn erfstukken, die als 't ware bij 't
oude achterhuus behooren en waarvan men voor geen geld van de wereld afstand zou willen doen.
Maar sedert Wieringen geen eiland meer is, schijnt ook deze heilige familieregel bij velen geen
gewetenszaak meer te zijn. Er werd veel geld voor de antieke borden en het kristal geboden en stuk
voor stuk verdween het mooie antiek naar alle oorden der wereld en 't achterhuus werd van zijn
sieraden beroofd.
Doch niet alleen was in de boerderij van Siemon de Slager 't achterhuus 'n bezienswaardigheid,
maar ook de binnenkamer, waarvan de wanden met prachtige antieke muurtegeltjes waren bezet,
Zomerstal op Wieringen
- 57 -
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - lle jaargang nr. 2 - 1999