1191
Ze beet vreemden en vermeende vreemden in de broekspijpen en draaide haar poot er niet voor om, om
de kippen van buurman Fer een kopje kleiner te maken.
Het vreemde was dat toen mijn vader eindelijk, in juni, midden in de nacht weer thuis kwam, ze geen kik
gaf. Mijn moeder en ik sliepen al en toen we meenden iets te horen zei mijn moeder: "Molly geeft geen
geluid dus zal het wel niets zijn". Zo vertrouwden we op haar.
Begin oorlog 1940
Lantaarnopstekers Lv.m. verduistering
Hippolytushoef
De bevrijders kwamen eindelijk. De eersten op de motorfiets. Die waren verkeerd, ze moesten ergens
anders heen. Later kwamen de echten en dat waren bij ons geen Canadezen, maar Engelsen. In de
boerderij van Nan Bakker waren zelfs Schotten. Die hadden prachtige paarden, die daar in het weiland
liepen.
De school zat vol soldaten en wij zaten daar natuurlijk met onze neuzen bovenop. Wij hadden het geluk
dat we te klein voor tafellaken en te groot voor servet waren. Dus konden we zonder al te groot risico
allerlei karweitjes opknappen. Zoals knopen aannaaien, onze moeders overhemden laten wassen en
strijken of de vaat doen; dat allemaal met chocoladerepen of ander snoepgoed als beloning. De wasserij
hield in dat we zeep van de soldaten kregen en daar waren onze moeders erg blij mee.
De voedselvoorziening kwam ook op gang. Eerst hele kussenslopen vol met droge koekjes en later
blikken met sojabonen en comed beaf. Wat smaakte dat heerlijk! Jaren later droomde ik er nog van. Zo
zelfs dat mijn moeder op de proppen kwam met een bewaard blik sojabonen en me dat voorzette, niet te
eten!