1215
Het eiland Wieringen voor 'n halve eeuw
Uit de krant van 25 april 1939
(Vervolg op 10' jaargang nr. 4 blz. 1178)
We verlaten Oosterland en wandelen Westwaarts naar 't nabij gelegen Vartrop. Prachtig ligt dat dorpje
daar op een heuvel, die als 't ware uit zee oprijst, waarvan de hellingen gelijken op een dambord van
afwisselende weide- en korenvelden, terwijl een kronkelend landweggetje het dorp verbindt met de
hoofdweg. Hier is een stukje "mooi Wieringen", waarop—ook nu nog- zoo weinig acht wordt
geslagen.
Welk een schoon panorama ontrolt zich vanaf 't hooge Vartrop voor Uw oog; Zuid- en Westwaarts de
groene donzige valleien der Stroeërkoog en Bierdijkerveld en Noordwaarts in de verte de sylhouëtten
van 't eiland Texel, die uit zee schijnen op te rijzen
Geen wonder, dat 't hart van vele Vartroppers naar de Zee trok
en in dat opzicht verschilde de bevolking met die van
Oosterland, waar 't laatste meer 'n centrum was en nog is van
veehouderijen.
Maar Vartrop trok z'n inkomsten én van de zee en van 't land.
Nog vindt men daar de twee ouderwetsche boerenhofsteden en
verder de stolpen en burgerwoningen van 50 jaar geleden en
hun bewoners zijn nog dezelfde, of hunne nazaten.
Het krasse echtpaar Kool beheert nog steeds de boerderij en
voorziet 't dorpje van melk en daarnaast de familie Bakker, die
tot de beste visschers van 't Oostdeel van het eiland mochten
worden gerekend.
Dit vredige, lommerrijke en vriendelijke dorpje heeft echter
juist daardoor evenals Den Oever dagen gekend van diepe
droefheid en rouw; óók hier eischte de zee slachtoffers; 't was
in 1896 na 'n zware storm, dat de mare kwam, dat de blazer WR 32 in de Noordzee met man en muis
was vergaan en de families Bakker, Takes en Gorter hun zonen daarbij verloren, terwijl de visschers
C. Verfaille en C. Rotgans, na vreeselijke oogenblikken in de onstuimige Noordzee te hebben
doorgemaakt, toch nog met hun gehavende schepen behouden de haven wisten te bereiken.
Het getuigt wel van moed en volharding, toen 't wrak van de verongelukte blazer, dat te Cocksdorp op
Texel aanspoelde, de familie dit haalde en op de helling bracht en later Simon Bakker, hierop als
zetschipper voor zijn oom weer met dit schip naar de Noordzee ter vischvangst togen en hoe toen 't
schip van Jan Bakker benoorden Terschelling door een Duitsche vliegmachine werd beschoten en zijn
neef, een zoon van Klaas Stadig, door een schot in het been werd getroffen.
Is dit niet opnieuw een illustratie, hoe de Wieringer visschers met taaie volharding en vele gevaren hun
bestaan, ja een zekere welvaart veroverden en zij thans met leede oogen moeten aanzien hoe door de
afsluiting hun bestaan en ook hun welvaart ten gronde is gegaan.
We spraken reeds van gemengd boeien- en visschersbedrijf op Vartrop en de hoek land was in de regel
niet groot en toch had men een redelijk bestaan, omdat als 't ware een dubbele teling werd gehaald.
Immers vlak achter 't dorp was de zee waar in den zomer 't zeegras aandreef en men had moeten zien
hoe hard er dan door man en vrouw gewerkt werd om de wier op 't stoppelland te krijgen, waarvan
juist 't graan was geoogst.-"De tweede teling!"- En 'n eind verder in zee had men reeds zeegrasvelden,
waar 't zeegras werd gemaaid en met booten of schuiten aan land werd gebracht.