1203
Door bemiddeling van de Kroonprins werd Piet particulier secretaris van diens vader, ex-keizer Wil
helm II (1859-1941), nadat deze in augustus 1919 het Huis Doorn te Doom had aangekocht, nu een
museum.
De ex-keizer was in november 1918, 2 dagen vóór zijn zoon, vanaf het Belgische front naar Nederland
gevlucht. Ook hij had asiel aangevraagd en was vervolgens ondergebracht bij Godard Graaf van
Aldenburg Bentinck (1857-1940) op diens kasteel te Amerongen. Daar zou de voormalige keizer
anderhalfjaar diens gast blijven, totdat deze op 15 mei 1920 naar het inmiddels grondig verbouwde
Huis Doom verhuisde.
Per 1 januari 1924 werd Piet burgemeester van Broek in Waterland en verliet Doom met zijn in 1920
in Heiloo gehuwde vrouw Marie Smit (1897-1951) en ruim 1-jarig dochtertje Annie, later Ans gehe
ten. Bijna 21 jaar was hij burgemeester van Broek in Waterland. In 1925 werd hij voor de laatste keer
vader van een zoon, Niek, overleden in 1991.
De broer van Piet, Jan Peereboom, speelde met de zoontjes van de Kroonprins tijdens hun bezoeken in
september 1919 en augustus 1920 samen met him moeder, Kroonprinses Cecilie (1886-1954), aan hun
vader op Wieringen.
Van die gelegenheden dateren de bekende genummerde reportage foto's van fotograaf Jonker uit
Egmond aan Zee1. Daarop staan zowel de kroonprinselijke- als de burgemeestersfamilie veelvuldig
afgebeeld. Jan Peereboom was opgegroeid tot een zeer ondernemend jongetje dat allerlei kattenkwaad
uithaalde en daarmee een soort Dik Trom op Wieringen werd. In de tijd dat men nog gasverlichting op
het eiland had, draaide hij op een dag de gemeentelijke gashouder open. Terwijl de gashouder lang
zaam leeg liep, vluchtte hij naar huis om daar quasi onschuldig af te wachten wat er zou gebeuren.
Uiteindelijk zal iedereen wel zonder licht zijn komen te zitten. Ook luidde hij de brandklok, terwijl er
geen brand was en keek vanaf de zolder van het brandspuithuis hoe men zou reageren.
Eind 1919 wilde Arie Peereboom wegens privé omstandigheden Wieringen liever verlaten.
Men suggereerde hem te solliciteren naar het burgemeestersambt van Amerongen. Hier zag hij echter
vanaf, omdat hij dacht niet met de verschillende adellijke families te kunnen opschieten. Hij had ze
leren kennen als begeleider van de Kroonprins, als die zijn ouders op kasteel van Godaard Graaf van
Aldenburg Bentinck bezocht. Deze families deden blijkbaar nog alleszins hun invloed in het dorp
gelden.
In 1919 vergezelde Antje haar man en de Kroonprins naar het kerstfeest bij de keizerlijke familie.
Keizerin Auguste Victoria (1858-1921), die haar man op 27 november 1918 vanuit Potsdam in bal
lingschap was gevolgd, had ooit als bezorgde moeder Antje gevraagd om goed op haar zoon te passen.
Wat tekende meer de veranderde omstandigheden, dat de voormalige Keizerin van Duitsland en
Koningin van Pruisen aan een Wieringer boerendochter met amper 4 jaar lagere school iets dergelijks
vroeg? Overigens staat dit weer haaks op het voorval dat Arie en Antje als burgemeestersechtpaar ooit
overkwam, toen zij door Koningin Wilhelmina (1880-1962) waren uitgenodigd voor een ontvangst in
het Paleis op de Dam. In een zijvertrek diende Antje eerst haar jurk aan een hofdame te tonen, om te
laten beoordelen of deze wel geschikt was! Wel solliciteerde Arie als burgemeester van Medemblik,
waar hij met een jaarsalaris van 2400,-- tot 3000,-- per 15 maart 1920 werd benoemd.
Uiteindelijk achtte Arie zich echter, mede door de privé omstandigheden niet tot het ambt in staat. Hij
bedankte 3 dagen voor de installatie.
Per 1 september 1920 kreeg hij bij Koninklijk Besluit ontslag. Tot die tijd bleef hij burgemeester van
Wieringen.
Op verzoek van de Kroonprins deed hij een poging om nog wat langer te blijven, maar dat mislukte.
De Kroonprins wilde nl. graag dat Arie bleef totdat zijn ballingschap zou zijn opgeheven.
In L.C. Kolff Sr. (1867-1922) die al burgemeester van het eiland was van 1896-1902, had men een
waardig opvolger gevonden.
Op 28 augustus 1920 ontving Arie op het feestterrein van caféhouder Jacob (Jaap) Bruul (1882-1940)
een afscheidsfeest van de Wieringer bevolking.
De kosten werden gedekt door toegangskaarten a 20 cent te verkopen. De Muziekvereniging Harmo
nie bracht een openingsmars ten gehore.
1 Zie artikel over Piëta- Jonka in 8® jaargang nr. 5 van op de Hoogte blz. 904.