1193
Honderd jaar Hollandsche Maatschappij van Landbouw
(1861-1961)
Vervolg op 10® jaargang nr. 4 blz, 1181
In 1912 tracht men wederom een Coöperatieve Aankoop Vereniging op te richten, maar ook ditmaal is
hiervoor niet voldoende medewerking.
In 1913 wordt door de heer Raap, landbouwonderwijzer te Anna Paulowna een inleiding gehouden
over de oprichting van een fokvereniging, met als resultaat, dat nog in ditzelfde jaar stappen tot
oprichting worden ondernomen door een commissie van voorbereiding te benoemen. Reeds het
volgende jaar, dus in 1914 wordt de Rundveefokvereniging opgericht.
In 1915 wordt op de algemene vergadering te Amsterdam besloten om kringen op te richten om
zodoende te komen tot meer samenwerking. Wieringen behoort tot de kring Schagen. De eerste
kringvergadering bleek geen succes. De heer P.F. Kuut, die deze vergadering had bezocht, deelde mee
dat men het daar niet eens kon worden, zodat geen besluiten waren genomen.
In 1916 wordt de heer O.J. Bosker, reeds enige jaren bestuurslid, gekozen tot secretaris.
In 1922 wordt de heer L.C. Kolff opnieuw tot voorzitter benoemd als opvolger van de inmiddels
overleden voorzitter de heer J. Hermans. Deze had gedurende 12 jaar die functie vervuld. Helaas
moest nog datzelfde jaar eveneens wegens overlijden een andere voorzitter worden gekozen.
De heer L.C. Kolff jr. volgt zijn vader als voorzitter op.
In 1923 komt nog eens de wenselijkheid tot het plaatsen van een weegbrug en de aankoop van een
veewagen ter sprake. Nog datzelfde jaar wordt voor 450,-- een veewagen gekocht, door plaatsing
van 45 aandelen ad 10,--.
Nadat er bij een tentoonstelling eens een batig saldo van 49,96 was, stelde één van de leden voor om
weer eens een spreker van buiten te laten komen, want er was geld in kas.
In 1927 wordt voor het eerst een tentoonstellingsterrein gehuurd ten behoeve van rundvee en schapen.
De paarden en het pluimvee kwamen weer rond de kerk.
Zo naderen we de dertiger jaren. In deze periode beginnen ook de Wieringer boeren de crisis in de
landbouw aan den lijve te ondervinden. Ook voor het bestuur is dit geen gemakkelijke tijd. Het
hoofdbestuurslid H.K. Koster houdt in verband met dit alles in 1932 een lezing over verschillende
crisis wetten.
In 1931 is de heer C. Kooijman benoemd tot erelid. In 1932 bedankt de heer Kolff als voorzitter en hij
wordt in 1933 tot erevoorzitter benoemd. In 1933 wordt de heer O.J. Bosker als voorzitter gekozen,
terwijl in de hierdoor ontstane secretarisvacature de heer S.J. Koom wordt benoemd.
Dit jaar wordt de gehele veetentoonstelling op één terrein gehouden. In 1936 vinden in de
ledenvergadering de eerste besprekingen plaats om te komen tot ruilverkaveling. Een groot deel van de
aanwezigen blijkt al direct voorstander van verkaveling te zijn. In 1937 wordt een lijst met 156
handtekeningen van landeigenaren bij Gedeputeerde Staten ingediend.
In 1939 wordt P.F. Kuut benoemd tot erelid, nadat hij 30 jaar onafgebroken bestuurslid van de
afdeling is geweest, waarvan ook vele jaren als voorzitter.
