1127
In het nieuwe bestuur werden benoemd W.Heijblok, voorzitter, Jacob Koorn,
2e voorzitter, E.A.de Lint, secretaris, M.Koorn, penningmeester; alsmede
de heren J.Snooij, L.v.d.Werf en A.Schuurman als bestuurslid.
Het aantal leden liep in dat jaar reeds weer op tot 30.
Opmerkelijk was dat de heer A.van Laer als predikant behoorde tot de commissie
welke de heroprichting tot stand bracht.
Uit de notulen blijkt dat men geen bestuursvergaderingen hield, maar dat
op de vergadering steeds alle leden werden uitgenodigd.
Men behandelde dan naast de huishoudelijke agendapunten ook andere problemen,
zoals bemesting en waterhuishouding.
Wat de bemesting betreft deed men proeven met een bepaalde kunstmestsoort
op verschillende grondsoorten en op een vergadering kwam eens de vraag naar
voren of het werkelijk nuttig en nodig zou zijn dat de laaggelegen Kogen
des winters onder water stonden.
Dit punt werd in een volgende vergadering in discussie gebracht met als
resultaat dat door 8 leden op practische gronden werd aangetoond dat het
des winters onder water staan schadelijk is. Door 1 lid werd dit op
theoretische gronden beweerd, maar de overige twee aanwezigen waren het
tegenovergestelde van mening.
Regelmatig werden door de leden zelf lezingen gehouden over zeer uiteenlopende
onderwerpen.
Ook werden wel bepaalde vragen naar voren gebracht, in welk geval deze vraag
dan in een volgende vergadering door één der leden werd beantwoord. Dit
antwoord werd dan aan de vergadering voorgelegd en moest men zich uitspreken
of dit antwoord wel of niet met een prijs bekroond moest worden.
Enige van deze vragen waren:
Wat is betermachinaal of met de hand zaaien en waarom.
Trekt een paard beter in een gareel of in een tuig.
Waarom vriezen zomergranen wel en wintergranen niet uit.
Inmiddels had het bestuur er naar gestreefd om het kassaldo dat bij de
ontbinding was verdeeld, weer in handen te krijgen, hetgeen gelukte.
De meesten deponeerden hun terugontvangen f 1,25 weer in de kas.
De heer A.van Laer, welke als afgevaardigde in 1866 naar de algemene
vergadering te 's Gravenhage was geweest, deelde in zijn verslag hierover
0.a.mede, dat hij tegen het voorstel had gestemd tot oprichting van een
modelboerderij op de Wereldtentoonstelling 1867 te Parijs, omdat dit meer
ter opsiering dan ten nutte zou strekken, aldus de notulen.
Op voorstel van de secretaris wordt met algemene stemmen besloten om op
rekening van de afdeling voortaan gedrukte convocatiebiljetten te gebruiken.
In 1869 werd besloten zich te abonneren op het maandblad voor de Nederlandse
Landbouw, behoudens de uitgever bereid was tot goedkopere levering, waartoe
de uitgever inderdaad bereid bleek te zijn.
Dit blad circuleerde onder de leden, waarvoor de volgende voorwaarden werden
vastgesteld
1de leestij d voor twee dagen
2. de dag van verzending aantekenen
3. bij verzuim der 2 vorige punten geen courant meer.
4. aanmerkingen bij de secretaris of penningmeester inleveren
Echter moest men ondanks dat de uitgever zijn prijs verlaagd had, nog
hetzelfde jaar besluiten in verband met de slechte kaspositie dit abonnement