1120 En toen kwam de dag van de razzia. Veel mannen werden opgepakt. De avond van tevoren kwam er bij ons een geheimzinnige bezoekerdie met mijn vader in de bergplaats praatte. Ik had allang aan de stem gehoord dat het Kraak, de schilder, was. Hij kwam waarschuwen dat er de volgende dag razzia zou zijn. Toen mijn vader weer binnenkwam, was het eerste wat hij aan mij vroeg; "heb jij gehoord wie dat was En dat moest ik natuurlijk bevestigend beantwoorden.Het was al donker maar ik werd er met Trijnie Metselaar op af gestuurd om Meester Boon te waarschuwen. Ineke had net een paar dagen van te voren een broertje gekregen, dus konden Trijnie en ik meteen de baby bewonderen. Meester lag met een "vreselijk besmettelijke" ziekte in bed. De ziekte van meester had alles van doen met de aangekondigde razzia. Er was die avond nog iets vreemds waar ik nooit behoorlijk antwoord op heb gekregen. In mijn herinnering doolde er in die tijd op Wieringen een monnik rond op blote voeten en ook in de winter. Die monnik was volgens mij die avond op bezoek in de kraamkamer bij mevrouw Boon. Ineke zegt van niets te weten, dus vraag ik me af waar ik dan die monnik vandaan heb. Weet iemand er iets van De volgende dag staat in mijn geheugen gegrift. Al heel vroeg was mijn vader brood gaan bakken. Of Henk er ook was weet ik niet. Toen mijn vader klaar was, stond hij onderaan de trap met mijn moeder te overleggen wat hij zou doen. Ik denk dat het de bedoeling was dat hij zou onderduiken. Maar dat bleek al te laat te zijn, want toen we daar zo met z'n drieen stonden, werd er op de deur gebonsd met een geweer en daar waren ze. Ik zal de helm met het gezicht eronder nooit meer vergeten. Mijn vader werd weggevoerd. Eerst naar het café van Ab Klein meen ik. Later op de dag naar de Christelijke school in Den Oever. Henk de Vet knecht bij bakker Terpstra Middenin de chaos kwamen er plotseling twee dienstkameraden van mijn vader opduiken, op de fiets. De al eerder genoemde Kostense van de Hema en nog iemand. Ze kwamen om eten en belandden in het hol van de leeuw. Mijn moeder ging er op uit om te onderzoeken waar ze mijn vader heen zouden brengen. Ik zat het grootste deel van de dag met de twee mannen in de keuken. Het was al donker toen er op de winkeldeur werd gebonkt met een geweer. Ik werd naar voren gestuurd om te vertellen dat ze mijn vader al gepakt hadden, dat mijn moeder niet thuis was en ik de deur niet open mocht doen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1998 | | pagina 26