1094 In 1946 ben ik nog eens in dat huis geweest. Het distributiekantoor was er toen in gevestigd, maar de ijsbeer was er gelukkig niet meer. Tijdens een van die zomervakanties, het moet in 1939 zijn geweest, werd prinses Irene geboren. Er werden in Den Oever Oranjefeesten gehouden met een optocht. Bij ons kwam die morgen een plakkaat met de post waar op stond: EN NU BESCHUIT MET MUISJES". Daar heeft mijn moeder toen een boog van gemaakt voor mij en mijn nichtje Thea Kramer. Versierd met oranje linten. En warempel we wonnen de tweede prijs in de optocht. (Dit was even terug in de tijd. Het is moeilijk om alles in de juiste volgorde te plaatsen.) Die vakanties hebben er waarschijnlijk toe bijgedragen dat het contact met mijn nichtjes altijd zo intens en goed is gebleven. Afgezien van de logeerpartijen bestonden mijn uitjes tijdens de oorlog uit af en toe een dagje Wieringermeerbos. Natuurlijk kregen we ook bezoek van familie. Mijn moeders zusters kwamen vrij geregeld logeren en last but not least mijn allerjongste tante, mijn vaders jongste zuster. Die kwam altijd opdraven als mijn verjaardag moest worden gevierd. Zij kon erg goed met kinderen overweg en was de motor bij de spelletjes. Natuurlijk werden de traktaties tijdens dergelijke feesten steeds kariger. Maar wij hadden tenminste nog wat te eten. Bij Tij sen kregen we toen Gerda jarig was, in maart 1945, brood met gerookt spek. Vooral Ineke kon daar niet genoeg van krijgen. De hongertochten van mensen uit de steden kwamen, denk ik, in de herfst van 1944 pas goed op gang. Zoals ik al eerder schreef, kregen wij geregeld de Hema-auto op bezoek: waarschijnlijk om eten te halen. Dat zal wel voornamelijk paling geweest zijn. Dolle Dinsdag in september 1944 herinner ik me nog heel goed. Iedereen zat op de geallieerde soldaten te wachten. Ze stonden bij Breda, wisten de mensen te vertellen. Het was nog maar een kwestie van een paar uur, hooguit een paar dagen eer we ze te zien zouden krijgen. Mijn moeder was de hele zomer 1944 al ziek en lag bij mijn grootouders in Koedijk.Mijn andere grootouderpaar kwam bij ons in huis. Zij waren in Alkmaar uit hun huis gezet door de Duitsers. Ze zaten te dicht bij de verdediginslinieVoor Oosterland kennelijk heel ongebruikelijk, gingen zij 's avonds vaak hand in hand een wandeling maken. Buurvrouw Nel Metselaar schreef erover in een brief aan mijn moeder. Hoelang ze zijn gebleven weet ik niet meer, maar op Dolle Dinsdag waren ze er niet meer. Ze hadden toen een kamer in "Avondlicht" in Hoorn gekregen door toedoen van mijn oom Fedde. Met de laatste trein voor de algemene staking kwam mijn moeder thuis. Ze reisde samen met Laan van de Molgerdijk. Die was in Alkmaar geopereerd aan zijn schildklier. Toen de trein werd beschoten, moesten ze in de berm langs de spoorlijn dekking zoeken. Ik liep ongeduldig te wachten en ben bij de bus gaan kijken. Gelukkig kwamen ze met de laatste bus toch nog aan. Die bus, ja, die reed met een gasgenerator op een karretje er achter en stopte bij het café van Ab Klein.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1998 | | pagina 28