1067 In de zomer van 1943 deed ik hoofdluizen op. Er kwam wel geregeld een wijkzuster op school om te controleren, maar het was niet tegen te gaan dat je in aanraking kwam met die beesten en omdat ik lang haar had, was dat natuurlijk een hele toestand. De stofkam kwam er aan te pas en mijn hoofdhuid werd door mijn moeder volkomen stuk gekamd met het gevolg dat ik vol zere plekken kwam te zitten. De petroleumbehandelingen zullen ook wel niet hebben bijgedragen tot spoedige genezing. Ik heb toen een hele tijd met een bivakmuts opgelopen totdat alles weer was genezen. Die hoofdluizen waren trouwens een algemeen probleem. Je deed ze^ op bij de kapper, en in de trein. Vooral in de eerste en tweede klas coupé's omdat daar pluchen zittingen waren. Dat waren natuurlijk mooie schuilplaatsen voor de luizen. Op school werden af en toe sinaasappelen uitgedeeld. Die zullen wel uit Spanje zijn gekomen. Op een keer moesten we allemaal naar de openbare school in Den Oever om te worden ingeënt tegen difterie en roodvonk. De Duitsers waren als de dood voor epidemieen, dus toen er gevallen van difterie voorkwamen, moest iedereen worden ingeënt. Mannen van onder de veertig en jonge jongens moesten zich melden voor de "Arbeitseinsatz"dus waren alle mannen plotseling boven de veertig. Eltjo meette zich een snor aan en leek daardoor nog jonger dan hij was. Terwijl zijn persoonsbewijs vermelde dat hij boven de veertig was. Sommige mensen gingen vrijwillig voor de Duitsers werken om niet gedwongen te worden. Ik denk dat ze dan zelf nog enige invloed dachten te kunnen hebben op de gang van zaken. Afgezien van die vioolles gingen we op zaterdag naar het "klasje" van mevrouw Lugt. Dat was een soort zondagsschool op zaterdag. Het werd gehouden in het lage gebouwtje naast de Vermaning. Mevrouw Lugt was van Joodse afkomst en daar zag ik voor het eerst de gele ster. Zij droeg die op haar sjaaltje. Een aantal jaren geleden heb ik door een toevallige omstandigheid weer contact met haar gekregen en heb begrepen dat haar tijd op Wieringen niet de beste tijd van haar leven was. Hoe dan ook, haar klasje heeft mij en misschien ook anderen veel plezier bezorgd. Ze leidde het volgens de Westhill-methode. Er zijn vast nog wel anderen die plezierige herinneringen hebben aan die tijd. Ons geografisch terrein, dat van Ineke en mij werd uitgebreid met het "Durrep"Ineke ging op vioolles en ik ging voor de gezelligheid mee. Het was een hele wandeling, we deden er wel een uur over. Onderweg waren een paar braamstruiken en in de tijd dat de bramen rijp waren, hielden we daar rustpauzes. Zijn die bramen er nog

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1997 | | pagina 25