1041
EEN KIND ONTDEKT OOSTERLAND
Vervolg op 9e jaargang nr.2,blz.968
door Rita Land—Terpstra uit Noorwegen.
De eerste jaren van de oorlog verliepen vrij rustig, ook al ging zoals ik
al eerder schreef, eigenlijk alles achteruit.
Als de tijd normaal en vredig was verlopen, had ik waarschijnlijk met veel
110011 kennis SemaaIct, omdat men wat dat anders al tot de geschiedenis
had behoord, weer in gebruik moest nemen. Daarom werden veel spullen weer
uit de kast gehaald.
Een voorbeeld is de olielamp, die bij ons thuis altijd in de wc hing. Mijn
grootvader, van moeders kant, had er bij het huwelijk van mijn ouders op
gestaan, dat ze een olielamp aanschaften, want electriciteit was volgens
hem erg onbetrouwbaar.
Wat kwam die lamp goed van pas toen het eenmaal menens werd. Het spinnewiel
werd weer in ere hersteld en de regenwaterbak was de redding toen de
waterleiding het liet afweten. Ook al raakte die uiteindelijk leeg.
Wie van mijn generatie had geweten wat "lesken" (aren lezen) was als er geen
oorlog was geweest Karnen deden we ook weer thuis, maar nu met de gordijnen
dicht. De room kwam van de melk die we bij de boeren haalden. Bij de melkboer
was alleen taptemelk op de bon te koop en die zag af en toe blauw.
Waarschijnlijk stamt mijn aversie tegen magere melk,die tegenwoordig zo
populair is, uit die tijd.
De meeste mensen gingen beesten houden. De konijnen van Henk de Vet, onze
knecht, zijn bekend. Zelf hielden we kippen en in het laatste oorlogsjaar
zelfs een varken.
Dat varken was een verhaal op zich. In het voorjaar van 1944 hadden mijn
vader en Henk samen een big gekocht. De bedoeling was, dat die zou worden
vet gemest met schillen en ander afval en dat hij dan in de herfst zou worden
Om de een of andere reden kwam het er die herfst niet van en toen zowel mijn
vader als Henk werden opgepakt en naar Duitsland getransporteerd, zat mijn
moeder met dat big, dat inmiddels een aardig varken was geworden. Er werden
aardappelschillen op de wonderkachel gekookt. Mijn hemel, wat stonk dat.
Het beest kreeg de resten te eten zolang de voorraad strekte. Mijn moeder
en ik gingen van de huisgenoot houden. Het was een heel lief beest. En omdat
hij niet overvoerd was, mooi slank en zo fit, dat hij af en toe ontsnapte.
Dan moesten we op varkensjacht, hoewel, meestal kwam hij uit zichzelf weer
terug.
geslacht