m UIT DE KERKARCHIEVEN VAN VIERINGEN 1039 vervolg op 9e jaargang nr.2 blz.961 door B.Modder-den Drijver. Dominee Hendrik Muilman, neef van Ds.Muilman die hier van 1756 - 1757 dominee was en vervolgens naar Edam en daarna in 1759 naar 's Gravenhage beroepen was. Deze Hendrik komt van Den Briel in 1765, wordt bevestigd op 23 februari 1766 en vertrekt in 1770 naar Winkel en vandaar in 1775 naar Barendrecht. Hendrik werd hier gekozen met meerderheid van stemmen, 3 stemmen tegen en 9 voor, door de 'mans-ledematen" van beide gemeenten tot "gewoonen Herder en Leeraar." Eerstelijk moest hij zich daarbij verbinden om de predikdienst te Westerland voormiddags waar te nemen en namiddags te Hippolytushoef Ten tweede: een maal per jaar ook te Westerland bediening van 't Avondmaal en wel s zondags voor vastenavond zijnde altijd 7 weken voor Pasen en daar dan ook de dankzeggingsbeurt. Ten derde: ook zondags op dezelfde dag de voorbereidingsdienst doen, ongeacht de gewone beurt. Ten vierde: hetzelfde moet ook in Hippolytushoef gebeuren. Ongeacht of de beurt aan Westerland is. Alles "volgens aloude gewoonten en constitutiën dezer plaatsen en gemeenten." De beroepene wordt vriendelijk verzocht dit te ondertekenen en dat gebeurt. De ouderlingen waren toen: Albert Jacobsz.Poel en Pieter Meijertsz.Timmerman van H hoef en Jan Jansz.Mulder van Westerland. De diakenen: Ares Jacobsz.Kleijn en Klaas Pietersz.Smit van H'hoef en Nan Fransz.Mostert van Westerland. Op 13 juli 1766 vraagt Pieter Wigbout, koster en schoolmeester, een klokkenluider aan te stellen, omdat hij geen 2 klokken kan luiden. Dat wordt afgewezen. Dominee vraagt aan de kerkeraad om meer dan f 6,- voor reis- en teerkosten als hij naar de classis moet met een ouderling. Daar zullen ze over nadenken. Verder vindt hij dat ten tijde van Ds.Wij denes het doop— en trouwboek zeer onvolmaakt bijgehouden is tussen 1720 en 1735. Hij vindt een pakketje papieren, waarin meester Dirk Tweeling uit aantekeningen van burgers bij stukken en brokken dopen en trouwen bijhield. Omdat losse papieren makkelijk zoek raken, vindt hij het noodzakelijk alles opnieuw op te tekenen,meester Dirk Tweeling doet dat dus. De kerkeraad geeft gaarne toestemming. De diakonie heeft een in drieen bewoonde woning, waarvan een deel te vergeven was, aan een weduwe met dochter en 4 kinderen gegeven. De armvoogden, die onder de gemeente (schout en schepenen) ressorteren willen ook zeggenschap over dit huis. Er wordt door de kerkeraad voorgesteld beurtelings deze woningen te vergeven. De armvoogd kan niet beslissen omdat hij eerst toestemming aan de schout moet vragen. Dediakenen worden bij de gemeenteraad geroepen. Er is de volgende schikking gemaakt "tot volkomen genoegen van kerkeraad en schepenen." Het voorste gedeelte komt tot de middelmuur ter beschikking van de kerkeraad. Het achterste deel met 2 woningen komt aan de armvoogden. De grond voor het huis zal zolang het huis er nog staat ook op deze manier verdeeld worden. De weduwe had dus onderdak.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1997 | | pagina 29