1026
kleinere (tot in de loop der jaren jazelfs een geheel teniet gaande) winst
zich deed gelden.
Terwijl de pluimveehouder als pionier zijn best deed om in de loop der jaren
zijn productie per dier te verhoogen, werkte als vanzelfsprekend het huidige
stelsel van heden ten dage zoo fnuikend, dat met elke verbetering van
mechanisme, oogenschijnlijk doelbewust economischer gemaakt, het winstbejag
per stuks artikel tot steeda kleiner en kleinere mate terugliep met voorbehoud
van kleine wijzigingen tot verbetering, welke door kunstgrepen van
regeeringswege werden tot stand gebracht.
Voerboetje van Jan Lont
Er moest iets gebeuren, zoo kon het niet langer en dientengevolge werd
besloten op de vergadering van 23 Juli 1932 zoo mogelijk in samenwerking
met de Burgemeester hier ter plaatse een gecombineerde vergadering met andere
gemeente's en gehouden te Purmerend, iets van regeeringswege gedaan te
krijgen.
Alzoo op die vergadering te Purmerend werd vastgesteld, zou een bedrag van
f 1,40 per stuks pluimvee aangevraagd worden, in de mogelijke veronderstelling
dan toch minstens een gulden per dier te mogen ontvangen. Het fiasco door
deze aanvrage bleef echter niet achterwege, zit ons nog frisch in het
geheugen, ja voelen wij dagelijks nog aan den lijve - alhoewel dan de f 40,-
graanrechten van dien tijd af geheven, in de loop der tijd gehalveerd werd
tot f 20,- per last.
Vanaf die dag van steunaanvrage dus,was de pluimveehouder het stiefkind van
de regeering en tot aan de dag van heden is zij (tenminste voor het overgroote
deel) dit nog.Wel werd om de gemoederen eenigermate te sussen een
z.g.restitutie op de geëxporteerde eieren gegeven, doch practisch gesproken
van weinig nut zijnde, gezien het mindere gebruik dientengevolge van het
voor het binnenland zijnde product.