k™B:K£;s"S v ïs
^r=
1022
LIEDJES OVER WIERINGEN
Wie gaat er mee naar Wieringen varen?
T
2.
Ken je de herberg 't Vergulde Poortje?
Daar verkopen ze brandewijn
Een potje vol voor maar een oortje
Met kaneel en suiker erbij
Schipper zijn dat geen schone dingen
Laten we daarom blijven zingen
Stuurman vaar ons naar het feest
Of ben je nog nooit op Wieringen weest.
3.
Toen wij daar laatst op
Wieringen kwamen
Zagen we zo veel boeren staan
Die er het spek met lepels aten
Je zoudt er om naai Wieringen gaan
Schipper ik hoor de klokken luiden
I loud je koers vooral ten zuiden
Feest met spek en brandewijn
Je moet er voor op Wieringen zijn.
In vroeger jaren was er vrij veel contact tussen de beide eilanden Wieringen
en Texel.Ook de dialecten alsmede de volksaard lijken enigszins op elkaar.
Vandaar dat de kenner van oude volksliedjes bij uitstek, Jaap Kunst, geen
moeite had om de herkomst van dit liedje vast te stellen.
Vooral gezien de tekst kon deze alleen maar van Texel afkomstig zijn. De
melodie is echter een ander verhaal, deze is namelijk afkomstig van het Franse
soldatenliedj e "Cadet-Rouselle"
Omdat dit in 1795 met de sansculotten hierheen kwam, kunnen we dit nummer
vrij nauwkeurig dateren. Niet alle reizen naar Wieringen verliepen
voorspoedig. In 1843 verongelukte de Oudeschilder pastoor Kriegers op zo'n
reis en werd nooit teruggevonden.
Hieruit het Texelse gezegde bij een spoorloze verdwijning:"Hee is mit de
pastoor naar Wieringeen."
Wie gaat er mee naar wie - rin - gen va ren 'smor - gens
vroeg al in de dauw. Met een mooi meis - je van acht - tien
ja - ren dat zo graag naar wie - rin - gen wou. Schip-per ik
hoor de ha - nen kraai - en. Schip-per ik zie de vlag - ge - tjes
waai - en stuur - man laat je roer maar gaan. Dan
zul - len we spoe - dig op wie - rin - gen staan.