1020 Van die tiende mei schoot mij nog wat te binnen: ik moest blijkbaar toch naar school, want ik zie nog meester Cornelissen de klas binnen komen om met een ernstige gelaatsuitdrukking met juffrouw ter Burg van de gecombineerde eerste en tweede klas te overleggen wat er te doen stond. We zijn naar huis gestuurd en in een volgend flard van wat er in mijn hoofd van deze verwarrende dagen overgebleven is, zie ik mij hand in hand met mijn vriendje Jaap Doves over een losliggend putdeksel rennen. Dat deksel lag in de berm van de Westerlanderweg en maakte zo n lekkere herrie als je eroverheen rende. Van de laatste oorlogsdag weet ik nog dat er een vliegtuig over kwam en iemand zei dat we daar nu even niet bang voor hoefden te zijn. Grote delen van het platteland van Noord-Holland hadden daarna een aantal jaren niet zo erg te lijden van de oorlog, tenminste zo op het oog. Ons voormalig eiland kreeg wel al snel een grote stroom evacue' s uit Den Helder en de verdere kuststreek te verwerken, zodat er heel veel mensen in noodonderkomens gehuisvest werden en er op school nieuwe in de ogen van ons boerenjongens "deftig" pratende stadskinderenbij kwamen. Het wekte mijn verbazing dat er mensen waren die thuis ook echt "krijgen" en "dijk" zeiden in plaats van "kriege" en "diek" en die de sch ook zo uitspraken en niet als sk, zoals in skrèèuwe en skoene. Ik werd thuis ontzettend kwaad toen ik uitgelachen werd omdat ik beweerde dat je in het Nederlands niet diep, maar dijp zeggen moest. HET EILAND VIERINGEN VOOR 'N HALVE EEUW Vervolg op 9e jaargang nr. 2 blz.952. Deze stukjes stonden in 1939 in de krant. U moet er dus nog 50 jaar aftrekken om te vinden wanneer zich dit afspeelt. Zooals in den tijd dat Kees Annes de schooljeugd te Oosterland moest bestraffen omdat ze zijn tuinhek voor 't hoogspringen gebruikten, zoo is 't nog. Vraag 't maar eens aan hen die dicht bij de school wonen; de jeugd wil ook nu nog graag allerlei kattekwaad uitvoeren. Wel is 't merkwaardig zooals in de laatste halve eeuw zich de kinderspelen hebben gewijzigd; doch het is daarnaast ook begrijpelijk, als men in aanmerking neemt, dat de fiets haar intrede deed en vooral ook de sport: gymnastiek, voetbal enz. zich ontwikkelden, waardoor de oudere spelen op de achtergrond geraakten. Wie weet zich nu nog te herinneren het mesjeuën en nulleplusteren En dat waren 50 jaar geleden de jongensspelen bij uitstek. De "mesjeu", een smal langwerpig stuk hout met 'n handvat en van onderen afgeschuind en daarbij de "nul" een rond stukje hout als van 'n bezemsteel, plm.15 cm lang met 'n punt eraan. De nul werd tegen de mesjeu opgezet en dan met een flinke ruk weggeslingerd, 'n Andere jongen moest de nul opvangen en teruggooien en trachten deze in "de kuul" (kuil) te krijgen, die vlak bij de mesjeu werd gegraven. Echter met de mesjeu werd getracht de nul in de lucht terug te slaan en zoo was dit 'n spel dat ook veel behendigheid en veel sportiviteit vereischte. De "nullepluster" was een kort vierkant stuk hout, ook met 'n handvat en van onderen met 'n schuine kant, en waarbij ook de "nul" behoorde. Hiermede moest echter de nul van de grond worden opgeschept, dan in de lucht geworpen en als de nul terugviel dan met 'n flinke klap ver weg worden geslagen, waar de tegenpartij dan ook weer moest trachten de nul in de "kuul" te krijgen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1997 | | pagina 10