982
De inpoldering
In maart 1846 wordt met het eigenlijke werk begonnen, het maken van de dijk.
Reeds op 18 juni 1846 is de polder helemaal van de zee afgesloten.
In de maanden april, mei, juni, juli en augustus werken er zo'n 500 man.
Dat zijn rijswerkers, aardwerkers, vletters en watermaalders
Er wordt een nieuwe sluis gebouwd met twee openingen, één voor het water
van de Stroeér polder en één voor het water van de nieuwe polder.
Deze sluis wordt gebouwd in het hart van de dijk bij de Groote Kaap.
Molen
De bemaling van de polder zal geschieden door een vijzelwatermolen. Deze
wordt gebouwd op de plaats waar de polder het laagst is. Op een fundering
van 115 heimasten wordt een molen gebouwd naar voorbeeld van de molens in
de Waard- en Groetpolder. Het is een zg.staartmolen.
Eind mei is men met de bouw begonnen en vier maanden later kan er gemalen
worden. Deze molen heeft ruim voldoende capaciteit om het water op peil te
houden en heeft in vergelijking met andere molens niet veel wind nodig. Later
valt die capaciteit toch tegen en in 1853 wordt er een tweede molen
bij gebouwd.
Polder ingedijkt
En dan is de polder ingedijkt en vanaf 1847 kan er gebouwd en verbouwd worden.
Er staan dan al vlug een paar boerderijen, enige schuren en andere woningen.
De eerste jaren levert de polder niet veel op, nog te veel zout in de grond.
De grond is echter wel van goede kwaliteit, klei met leemachtig zand vermengd
en dus geschikt voor landbouw.
Hendrik Bosker
Wie er in 1847 als eersten aan de slag gaan in de polder is niet geheel
duidelijk. Op een kaartje worden zes namen van boerderijen genoemd, nl.
Westhoeve, Bouwlust, Veldzicht, Middelhoeve, Kaapzicht en Oosthoeve.
Boerderij "Be Middelhoere"
Polderweg 10 C.Roos
4 mei 1944