972 Het volgende was lucifermerkenWij alle huizen af om te vragen of de mensen nog luciferdoosjes hadden. Ik weet nog dat we bij Danzig, in het huis van de Vossenboer, mooie Oranjeboommerken kregen en dat we ook anti-alcoholmerken hadden; zo van "het eerste glas bracht reeds velen in het moeras", maar waar die vandaan kwam weet ik niet meer. Meestal waren onze spelletjes het gevolg van iets dat we hadden gelezen of gehoord. Zo kwamen we op het idee een draaimolen te maken van een oud wagenwiel. Wij wilden onze eigen kermis. We moesten het hele projekt opgeven, het lukte maar niet om een paal met een zwaar wiel erop in de grond te krijgen. Beter ging het met de korfbalmandjes. Na het lezen op school over een korfbalclub werd er natuurlijk meteen een Oosterlander club opgericht, die jammer genoeg maar een heel korte levensduur was beschoren. We waren ook lid van bestaande verenigingen. Zoals al genoemd gingen Ineke en ik op de gym bij Pennekamp. Ik kan me nog een tocht naar de gym herinneren tijdens een vreselijke storm. De golven sloegen over de Molgerdijk en de havendeuren waren dicht. Den Oever was bijna niet te bereiken. Wij moesten vanzelf er met ons neus bovenop. De volgende dag hing het kachelscherm op school vol met natte sokken, opgelopen op de dijk. Ik weet niet of het bij die gelegenheid was, maar ik meen me te herinneren dat er tijdens die storm een aantal keten achter het MUZ-park zijn weggespoeld. Het was in ieder geval een enorme ravage. Verder waren we op de zang bij Van Glabbeek. We hebben een operette opgevoerd, Doornroosje. De meeste teksten ken ik nogwel. Jammer genoeg kan ik helemaal niet zingen dus moet niemand me vragen om voor te zingen, dat is niet om aan te horen. Er moet nog een foto bestaan van deze uitvoering. Ik deed mee als hofdame. Met de zang gingen we af en toe een wandeling maken naar het Wieringermeerbos zingend in de rij er heen. Ik had daar niet zo veel mee op, het leek me teveel op "Und wir fahren gegen Engeland". Maar al met al waren die tochtjes toch wel leuk en Van Glabbeek deed goed werk onder de jeugd. Ik hoorde vele jaren later dat hij in ieder geval veel had betekend voor Mienie Kuiper.Mienie woonde aan de Betonweg en zat bij ons in de klasDe Betonweg was voor ons wat ver dus was het contact met Mienie na schooltijd niet zo groot. Zij hield zich het meest bij Trudie Post. Op school gingen we, na twee jaar in het eerste lokaal bij juf Schippers te hebben gezeten, naar de derde klas. In het derde lokaal naar meester Overeem, dus waren we groot geworden en keken een beetje op de kleintjes neer. Ineke en ik zaten naast elkaar. Altijd als we iets hadden uitgehaald kreeg ik de schuld. Ik kan me nog herinneren dat we een keer gepofte erwten mee hadden, dat was in die tijd een lekkernij. Omdat de zak stuk ging vielen er wat erwten op de grond. Ik werd prompt de klas uitgestuurd en moest naar het lege lokaal. Nu was er tussen die twee lokalen een deur met een matglas raam. Om daar doorheen te kunnen kijken moest je er aan likken. Waar ik niet aan had gedacht was dat je dat natuurlijk ook aan de andere kant kon zien, dus grote hilariteit in de klas.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1997 | | pagina 26