970 De school werd bezet, de Jeugdherberg en de pastorie op de Akkerweg. Bovendien waren ze geloof ik in het café van Ab Klein. Na een aantal angstige dagen begon er weer een soort orde te heersen, de zogenaamde "Nieuwe Orde" maakte zijn entree. Miin wereld werd wel wat kleiner. Ik kreeg strenge orders om niet in de nabiiheid van de soldaten te komen. Dat lukte natuurlijk niet helemaal. Eens toen ik in de buurt van de Jeugdherberg ronddoolde werd ik door een soldaat geroepen. Hii had in een winkel een manteltje voor zijn dochtertje gekocht en dat moest ik voor hem aanpassen. Hij dacht dat ze ongeveer van mijn postuur zou zijn. Ik kon er niet zoveel kwaad in zien, maar toen hij mij als bedankje een kadetje met dik boter (margarine) en jam gaf, kreeg ik het plotseling benauwd en rende hard weg. Ik vond dat al de Duitse soldaten er heel normaal uitzagen, behalve dan hun uniformen en helmen, maar thuis werd er niet zo vriendelijk over ze gepraat en mijn vader, die vlak na de bombardementen in Rotterdam was geweest (hij was in Hoek van Holland tijdens de Meidagen van 1940) had akelige dingen meegemaakt waar hij slecht over kon praten. Mijn grootouders vonden hem in mei 1940 op een stoep in Den Haag, nadat hij een poos vermist was geweest. Een van de weinige dingen van wat hij vertelde en die ik opving, was dat hij delen van kinderen in bomen had zien hangen in Rotterdam na het bombardement. Dat maakte grote indruk en het duurde heel lang eer ik dat had verwerkt. Daarna keek ik iedere Duitser erop aan. Langzaam aan begon het "normale" leven weer terug te komen, maar in plaats dat alles vooruit ging, ging alles achteruit. De auto ging op stal en werd later in delen voor andere dingen gebruikt. De banden bijvoorbeeld gingen onder een boerenkar. Wij gingen weer naar school toen de soldaten weg waren en we speelden weer buiten. Op school tekenden we vliegtuigen die bommen lieten vallen en schuilkelders e.d., zoals nu de kinderen van het voormalig Joegoslavië. We speelden de gewone spelletjes als de tijd er voor was, touwtje springen, tollen, hoepelen, knikkeren. Het knikkeren gebeurde meestal op het schoolplein. Er werd een "bultje" van vijf knikkers gemaakt of een stuiter gezet en je ging er achter zitten met je rug tegen de schutting. Dan moesten de anderen proberen dat bultje of die stuiter met een knikker te raken. Van een afgesproken afstand. Ging het bultje om, dan waren de vijf knikkers van het bultje of de stuiter voor de gooier. Mijn moeder had een mooie knikkerzak voor me gemaakt, maar dat hielp me niet veel. Ik was de eeuwige verliezer. Ineke deed het beter, dus besloten we dan maar samen te doen, ik zitten en zij gooien, dat ging beter. In onze verhouding ging overigens meestal het initiatief van Ineke uit. Ik weet niet hoe dat kwam, maar zij durfde meer en was wat roekelozer. Als wij de paarden van Nan Bakker naar het land mochten brengen, nam zij de wilde voor haar rekening en ik de tamme. Eens toen we hadden besloten om een verhaal uit een schoolboekje uit te proberen nl.het hoofdstuk "de Barig is los", ging zij achterstevoren op het varken van Jaap Kool zitten en viel natuurlijk prompt in de stront. Mijn hemel wat stonk ze.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1997 | | pagina 24