962 Op 18 maart wordt aan de kerkeraad voorgesteld of "het niet billijk en behoorlijk zou zijn om voortaan bij ondertrouw, bij attestaties of bij belijdenis aan aanstaande lidmaten door mij versogt zal worden iets ten behoeve van de armen te geven en hetselve in een gesloten Busje te willen steken." Dit voorstel kreeg algemene goedkeuring en direct erna komt Jan Kooijman met een busje dat op slot kan. Het sleuteltje blijft bij Kooijman en het busje bij Ds.Mooijen. Inmiddels is ongeveer een half jaar geleden Aaltje Oost overleden, die de kerk 3 obligaties nalaat, te weten één van f 700,- en twee van f 1000,-. Op 3 september komt men op huisbezoek bij Cornelis Smit, Klaas Smit en Simon Smit met zijn huisvrouw. Zij zeggen niet meer naar de kerk te willen gaan, want ze hebben nog een onbetaalde rekening uit de nalatenschap van Aaltje Oost. Aaltje had aan Simon Smit opdracht gegeven iets te repareren aan de vergaderruimte in de kerk.Maar dan gaat ze dood en de rekening wordt niet betaald, ook niet door de kerkeraad. Dit wordt in de vergadering van 9 september ter tafel gebracht. Maar het duurt nog tot 21 januari 1760 voor de rekening betaald wordt. Op 15 september 1759 overlijdt plotseling Pieter Jansz Prins, "in het 72e jaar zijns ouderdoms". Hij is koster en schoolmeester te Westerland. Pieter Wigbout, koster en schoolmeester te H'hoef zal zorgen dat de vacature bekend gemaakt wordt in de Maandelijksche Nieuwspapieren des Schoolmeesters. Op 31 October komen er 3 sollicitanten proefles geven. Jacob Bakker uit Twisk wordt gekozen. Dan gebeurt er een poos niets bijzonders. Op 15 juni 1760 komt Hendrik Kleijn, alias Cappenbergh ter sprake. Hij leeft gescheiden van zijn vrouw en kind en laat die aan hun lot over ten laste van de diaconie. Hij leidt "een gansch onbetamelijk leven" en wordt op zijn plicht gewezen. De Kerkeraad ontbiedt hem verschillende keren, maar hij komt niet. Dan verzoekt de Kerkeraad de schepenen om in te grijpen, want er is een Request uit 1719 in het Boek der Boedelsch voor zulke gevallen. Schepenen en Kerkeraad vergaderen en er wordt besloten Hendrik "immediaat" (onmiddellijk) op te pakken en in Civil Arrest te stellen. En dat gebeurt, 's Avonds wordt hij tot de orde geroepen. Maar zijn vrienden en familie zorgen ervoor dat hij via een Advocaat Procureur op order van hogerhand "niet tegenstaende hij sig selven deerlijk gekwetst heeft, moest ontslagen worden." En hij wordt ontslagen. Maar, zo schrijft de dominee, het muisje heeft een staartje, want de gemaakte kosten zouden door de schepenen en de kerkeraad gedragen worden en die beliepen maar liefst f 154,-. Verder in 1761. Op 24 maart is Pieter Meijerts het niet eens met de rekening en verantwoording, want de schepenen hebben nog steeds niet betaald en de diaconie wil ook niet betalen (nog steeds voor Cappenbergh) Op 25 maart gaat de kerkeraad naar het Regthuis hierover, maar "er is niets wesenlijks verrigt geworden." 23 mei:in de kerkeraadsvergadering wordt krachtig aangedrongen de voorgeschoten penningen van gemelde Cappenbergh te vereffenen met de schepenen want dit was strijdig met alle kerkelijke verordeningen. Maar op de kerkeraadsvergadering van 25 december is er nog geen resultaat. Op 4 januari vergaderen de kerkeraadsleden weer en komen tot het besluit dat zij schriftelijk advies zullen vragen aan kerkelijke of politiek neutrale personen. Die van Westerland zullen l/3e van het geld en verdere kosten als liefdegave bezorgen aan de diaconie van H'hoef.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1997 | | pagina 16