876
In een ander stuk wordt duidelijk beschreven waar het schip lag:
hoe dat tussen 23 en 24e February laastleden alhier van het Ligterschip
van Volkert Lammertsz leggende alhier op de ordinaire Winterlaaghplaats in
het Nieuwe-land aan den Hoorndijk met een ton op de dijk vast en een Anker
in zee, zijn in 't voorleede jaar Nieu-op-geleijde Zeijl hetwelk volgens
het al oude gebruik onder het kleet lag, is van daar weggehaalt of
weg-gestoolen.
Ondertussen hebben vader en zoon geadverteerd in Haarlemse en Amsterdamse
Couranten. Ze bieden f 250,- aan aan degene die de dader of daders kan
aanwij zen
Deze advertentie is kennelijk gelezen door een gerechtsbediende uit Makkum.
Hij meldt zich met de mededeling dat reeds op 25 februari het gestolen zeil
in Makkum is verkocht voor f 120,-. De kwitantie is getekend met "Frans
Duijnker van Texel."
Ao. 1790
1
Amsterdamsche Courant
wordt uitgegeven bij Hendrik Linsen
Donderdag den 4 Maart
Balliuw en schepenen van den Eilande Wieringen, ter kennisse gekomen zijnde,
dat tusschen Vrijdag en Saturdag Nacht den 19 en 20 February 1790, en ook
al bevorens verscheide Goederen, als Zeilaas, Zwaarden, Roer en diergelijke,
uit en van de Schuiten aldaar aan de Dijken en Stranden leggende, zijn
ontvreemd en weggehaald, ja dat tusschen Dingsdag en Woensdag Nacht daaraan,
een geheel Zeil van een Ligter Schip is weggenomen, dat in 't voorleeden
Jaar nieuw was opgelegt, en men tot heden niet weet, wie of welke Persoonen
zulke allezints vertrouwde Goederen hebben gestoolen; zo belooven Balliuw
en Schepenen voornoemd, met overleg van Burgemeesteren, aan die geene, die
den Daader of Daaders van dat feit, kwamen te ontdekken en aan te brengen,
zodanig dat dezelve in handen van de Justitie geraaken en van deeze Diefstal
werden overtuigd, een Premie van tweehonderd en vijftig Guldens, te betaalen
ter Secretarie van 't zelve Eiland.
xxxxxxxxxxxxxxxxxx
Dit stukje lazen wij voor u in het Gemeente-archief van Amsterdam. Helaas
was de krant te oud om te kopiëren. Het waren dus niet de gedupeerde vader
en zoon die de premie uitloofden,zoals in het rechtboek staat aangegeven.)
