875 27 MAART 1790 Wij ondergetekenden Folkert Lamberts en Broer Folkerts vader en zoon, zeijnde beijde van een competente ouderdom woonachtig op Wieringen verklarende als voerende een Ligter off wijdschip genaamt; verklaren bij deesen dat wij ons zeijl van voorn.schipvermisten en dat sulx zeedert de nagt tussen den 23 en 24 February 1790 tertijd dat ons schip aan de dijk met een touw was vastleggende En nademaal men gehoort hebbende dat dat zeijl tot Mackum soude zijn gebragt en verkogt, soo verklaren wij tezamen dat aan dit voorn.zeijl de navolgende teekens moeten zijn ten bewijse van eijgendom als volgt: lmo. dat het een hoognockt zeijl zijnde van swaar canvasdoek en groot 22966. :bovenbreed 9f kleed en onder 12^ kleed;Enzelvs zoo mooij genaid en bewerkt als 't kan gemaakt en gedaan worden; Egter met een kleijn en beknopt Swane Hals en Kleijn Lieuwertje, seer dun dat aan de Swanehals vastgemaakt wort. De rabant daar het meede vastgemaakt zijnde aan 't Lieuwertje vast gesplist. Boven in de nock en onder aan de Swanehals yder met een nieuw kleijn langwerpig dog rond blokje met een holle keep erom versien. Het agterlijk in de nock is bekleed met leer voor het vijllen van de Gij touwen en onder de schoot aan het onderlijk meede bekleed met Leer, voor het vijllen op de Roeff; En zelvs dit zeijl is zonder Bonet en op yder zij van dit zeijl zijn 3 kontwagtersen die nieuw zijn daar de ondergijtouwen doorlopen; deese gij touwen zijn omgestoken en gesplist; welke door 2 blokjes lopen, die zeer oud en selvs mollig zijn; en geharpuijsd zijn dog zeer kaal van smeer; alzoo men aanstaande waren van deselve te smeeren. En onder in de hals is een blokje welke zeer siptijl daar uytgenomen moet worden zijnde met een scherp bekje en met een kleijn gatie; en voor aan 't seijl zijn vier sware rabannen aangesplist; en onder bij de hals staat de naam en wel met letter V.L. met rood krijt daar ingeteekend: Tot verseekering dat dit de waarheijt zijnde, soo passeeren wij deesen ook om te meugen strekken na behooren en desnoods wanneer sulx gerequreerd wordende bereijd zijnde sulx met solemneele Eede te bevestigen en in kennisse onser handen Preesent den Onderges.ad actum weegen als getuyge actum den 27e Maart binnen Mackum Anno 1790. Volkert Lambertsz broer Volkertsz Me preesent Tjailing F.Wijnalda"

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1996 | | pagina 17