874 VOLKSGENEESKUNST W.E.A.van Tol xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx DIEFSTAL VAN EEN LICHTERSCHIPZEIL Vieringen 1790 Veel mensen vinden dat we tegenwoordig in een behoorlijk criminele wereld leven. Er wordt bv.nogal eens wat gestolen. Dat diefstal een zaak van alle tijden is, ook op Wieringen, lezen we in de Oud-Rechterlijke Archieven. We vonden daar de beschrijving van diefstal van een zeil van een lichterschip. De lichterschipperij speelde vooral in de 17e en 18e eeuw een belangrijke rol op Wieringen. De Wieringer lichters waren tamelijk zwaar gebouwde binnenschepen, die o.a. op de rede van Texel gebruikt werden om daar zwaar beladen zeeschepen ten dele te lossen voordat ze de Zuiderzee opvoeren. De Wieringer lichter nam dus een deel van de lading overzodat de zeeschepen beter over de ondiepten van de Zuiderzee konden varen. Verderop werd de lading weer teruggedaan. Met dit werk verdienden de Wieringer lichterschippers hun brood. En nu dan die diefstal. Op 27 maart 1790 komen vader Volkert Lammertsz en zijn zoon Broer Volkertsz in Makkum bij de heer Tjailing F.Wynalda en laten hem opschrijven dat zij een goed zeil van hun lichterschip missen. Er volgt een gedetailleerde beschrijving van de ligplaats en van het zeil, met termen die nu waarschijnlijk alleen bij ingewijden bekend zijn. Volgt nu woordelijk het officiële verslag,dat is opgesteld in Makkum, omdat vader en zoon ter ore is gekomen dat hun gestolen zeil in Makkum zou zijn. Het verslag werd in ieder geval ook opgetekend in het Wieringer Rechtboek. Jan Bremer vertelde, dat er vroeger op Wieringen mensen waren die geen hondenbelasting hoefden te betalen. De reden was niet dat ze armlastig waren, maar omdat ze het hondje mee naar bed namen. Dat was goed voor de "rimmetiek".

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1996 | | pagina 16