847
Er komen 3 sollicitanten in eigen persoon en één stuurt een brief.
Die drie komen op de voordracht:
Jacob van der Oort, ondermeester te Harenkarspel
Simon Jansz.Bakkerondermeester te Spaarndam en
H.A.Lolkema uit Amsterdam.
Hendrik Klaasz.Kooijschepen, en Simon Kuit,diaken, gaan aan deze drie het
bericht overbrengen dat ze genomineerd zijn. Mocht één van de drie meteen
bedanken, dan mogen ze Klaas Maasjes, schoolmeester aan de Drie Baarsjes
te Sloterdijk uitnodigen. Hij had per brief gesolliciteerd.
De heren Kooij en Kuit hebben een goede indruk gekregen van de sollicitanten.
Zij hebben Klaas Maasjes in Alkmaar ontmoet, die was onderweg om te
solliciteren, maar omdat hij toch te laat was voor de nominatie, is hij
onverrichter zake naar Sloterdijk teruggegaan.
Meester Wigbout treedt weer op als examinator en de gemeente verkiest Jacob
van der Oort uit Harenkarspel. Dat is dus in 1770. Tot 1783 geen aantekeningen
over kosters en schoolmeesters, behalve de korte aantekening, dat Ds.Albertus
Oeveringh,die in 1770 op Wieringen is gekomen, op 26 september 1776 schrijft,
dat aan hem door de schoolmeester van Hardinxveld een beroep op hem is
uitgebracht. Schoolmeesters maakten dus ook verre reizen. Ds.Oeveringh
vertrekt dan ook, Ds.Abraham Tromp komt.
Pas in 1783 zijn er opnieuw aantekeningen over schoolmeesterzaken in
HippolytushoefDan is nl.Pieter Wigbout overleden. Hij heeft het beroep
ruim negen en dertig jaar met vlijt en tot aller genoegen waargenomen.
Ds.Tromp roept de vergadering van kerkeraad en schout en schepenen bijeen
op 't Regthuis. Er komen 9 personen, want Aris Klein is ouderling én schepen
en Evert Heijblok is diaken én schepen. Deze beide heren hebben dus een
dubbelfunctie
Tromp is nogal een secuur persoon. Hij wil eerst duidelijk op papier hoe
dat ook alweer gaat bij zo'n vacature. Hij doet onderzoek in de politieke
boeken, berustende ter secretarie. Daarin is geen enkele aantekening over
deze procedure te vinden. Dus de kerkeraadshandelingen nog maar eens
doorgelezen. De dominee vindt aantekeningen van 1700, 1717, 1741 en 1744.
Hij legt deze bevindingen voor aan de vergadering. Met uitzondering van
schepen Pieter Nannings is men het erover eens dat het eerste en oudste recht
gehandhaafd dient te worden. Dat zegt dat het formeren van een nominatie
en aanstelling of beroeping van een schoolmeester hier ter plaatse berust
bij deze gecombineerde vergadering.
Er is ooit een uitzondering gemaakt o.a.bij de beroeping van de nu overleden
meester Wigbout. Men wilde deze toen graag naar H'hoef halen (vanaf Stroe)
en omdat men bang was dat enige leden van de gemeente daar niet aan mee wilden
werken, had men de regels wat anders toegepast. Hoe dan staat er niet
duidelijk.Het is ook 39 jaar geleden en de leden herinneren zich het niet
meer precies.Het gaat vooral om het uitsluiten van de papisten en de
mennisten. Dat wordt nu dus afgeschaft. Men gaat terug naar het oudste recht.
Er wordt verder gediscussieerd of er een advertentie geplaatst moet worden
of dat gekozen wordt uit twee Wieringer schoolmeesters, die al mondeling
te kennen hebben gegeven te willen solliciteren.