750
Klaas Gerrit Bakker werd
in 1879 in Sliedrecht ge
boren. Hij trouwde in 1902
met Cornelia van Wijngaarden
die ook in Sliedrecht was
geboren en wel in 1882.
Klaas werd rijswerker, net
als zijn vader. Klaas werkte
overal in het land waar maar
werk was.
Als het werk 1 maand, 3 of
6 maanden duurde, hij kwam
al die tijd niet thuis. Ze
gingen pas naar huis als
het werk klaar was.
En als Klaas dan binnen
kwam, kropen de kinderen
achter moeders rokken en
vroegen dan:"Wie is die
man?"
Als vader Klaas in Rotterdam
werkte ging hij 's zaterdags
lopend naar Sliedrecht. En
zondags ging hij dan nadat
hij met het hele gezin naar
de kerk was geweest, weer
lopend terug van Sliedrecht
naar Rotterdam. Dat gebeurde
niet elke week, geen vrij
op zaterdag
HOE KWAMEN ZIJ OP WIERINGEN
Opa Bakker, Sliedrecht
Op zijn 50e leerde vader Klaas pas fietsen. Toen hij op een smal weggetje
fietste met een wetering aan elke kant, zat er een "daas" op zijn neus. Toen
hij met één hand die mug wegsloeg, zat hij wel met fiets en al in de wetering.
's Winters zaten ze in de grienden, gingen met een roeiboot daar naar toe.
Ze sliepen dan de hele week in een keetje, heel primitief, ratten en muizen
liepen over de vloer. Het was een koude liefhebberij, 's Avonds werd een
vuurtje gestookt. Midden in de keet werd een gat in de grond gemaakt en daar
legden ze dan een vuur in aan. Hout was er genoeg, dat was geen probleem,
's Avonds aten ze pannekoeken. De pannekoekspan had een lange steel, want
dicht bij het vuur verbrandde je levendig. Ze gooiden 3 repen spek in de
pan en als dat was uitgebakken, ging het meel erin. Ze maakten de pannekoeken
voor iedereen, heel dik, zeker wel 1 centimeter.