732
De jas werd dan uitgedaan en in vest en wit overhemd werd een slierkoek
critisch uitgezocht; dan werd de vraag gesteld "hoeveer (hoe ver) en
de tegenpartij antwoordde dan: "in de twiede of darde krocht"(tweede of
derde krocht)
Dan klemde men het eene einde der koek stevig in de vuist, deed vlug enkele
passen, draaide zich met een ruk een slag in het rond en slierde de koek
weg, die in malende beweging soms veel verder neerkwam als werd bedongen.
Dan was de koek voor de slierder en de tegenpartij betaalde. Wij.jongens,
hadden de eer achter de slierkoek aan te hollen over wallen en hekken, en
die haar te pakken kreeg en aan de slierder terugbracht, kreeg daar een stuk
van.
Sommige slierder-favorieten gingen dan soms met een roode zakdoek vol
slierkoek naar huis en moeder de vrouw had dagenlang een stukje koek bij
de koffie. Inderdaad is de Wieringer slierkoek overheerlijk van smaak en
voedzaam, en nog steeds vinden we het jammer dat deze echte Oeversche sport
is verdwenen.
Waar we vertelden dat de slierders hun jas uittrokken is dat voor sommigen
niet juist, want als men in dien tijd des Zondags door Den Oever liep, liepen
de meeste mannen in vest en wit overhemd op straat. De jas werd alleen
aangetrokken als men ter kerke ging.
Wat ook is verdwenen "het wagentjes-rijen" veertien dagen na Wieringer kermis.
Dan spanden op dien Zondag alle boeren-jongens de paarden voor de jacht-
of speelwagen en haalden dan hun "matje" (meisje) en hun maats af met wien
ze ter kermis waren geweest en dan ging de rit langs de hobbelige zandweg
naar Den Oever. Daar werd dan in beide Café's van Mayert en Peet dansmuziek
gegeven en danste men de boerenschots, "de donderin-de-goot"
"siene-la-me-los" en dergelijke. Het ging er vroolijk toe