689
- De kerk van Stroe is verbrand, terwijl de kapel van Den
Oever is gesloopt en weer opgebouwd in het Zuiderzeemuseum
in Enkhuizen.
Bovendien zijn in het verleden ook nog diverse kapen op Wieringen geplaatst.
Op oude kaarten uit 1688 worden reeds twee kapen aan de oostzijde van het
eiland aangegeven. Naderhand zijn nog twee kapen aan de zuidkant van het
eiland gebouwd, (zie kaartje van F.Allan)
In 1915 waren de kapen bij Den Oever en de kaap aan de zuidkust bij de
hoeve "Kaapzicht" nog in redelijke staat van onderhoud.(3)
De Zuiderzeewerken maakten de kapen overbodig en we nemen aan dat ze in
de jaren 1925-1930 zijn gesloopt.
Dat inderdaad gebruik werd gemaakt van kerktorens en molens blijkt uit de
volgende zinsneden uit zeilaanwijzigingen uit 1585:
"Wilt gij nu voor Wieringher Vlack de beste Reede soecken voor Schepen die
lichten moeten/so seylt so langhe dat Westerlander Kercke comt over die
afghebroken Kercke/te weten/Strew: want ghij hebt daer die beste Reede voor
schepen die lichten moeten eer sij 't vlacke seylen."
Voor het verder zeilen wordt nog vermeld:
dan comt ter stont die corenmolen ende die watermolen die op Wieringhen
staen over een als voren gheseyt is.(4)
- Het lichten van schepen was nodig, omdat de schepen niet over het Wieringer
Vlaak(een ondiepte in het vaarwater ten zuidoosten van Wieringen) heen
konden. Ze werden daarom gedeeltelijk gelost (gelicht) en voeren dan verder
de Zuiderzee in. Omgekeerd gebeurde hetzelfde, de schepen kwamen
gedeeltelijk geladen over het Wieringer Vlaak en werden daarna in dieper
water afgeladen.
De lichterschipperij werd voornamelijk gedaan door de bewoners van Texel
en Wieringen.
Na de ingebruikneming van het Noordhollands kanaal in 1824 was het
lichteren verleden tijd.
(3) MrJ.Belonje: De Speelwagen, 1950
(4) Drs.J.T.Bremer: Wiringherlant Deel 1, 1979