710
Art.15
Hij zal hebben te zorgen dat de olykist die bij hem aan huis staat en de
beide lantaarns zoo als ook de trap naar de groote lantaarn en het hekwerk
rond het kleine vuur altijd goed gesloten wordt opdat niets uit hetzelve
ontvreemd kan worden.
Art.16
Voor kleine voorschotten hetzij van briefportes, of vragt van olyvaten bij
aldien dezelve niet door Rijksvaartuigen bij hem bezorgd worden zal het hem
geoorloofd zijn elk vierdeels jaars een declaratie in triplo voorzien van
de nodige quitantien in te leveren.
Tot zover een verkorte versie van de instructie.
Hoe de goede man nog aan slapen toekwam is een grote vraag. In lange nachten
moest hij de lampen aansteken en uitdoen/schoonmaken en bovendien nog drie
maal de pitten snuiten.
In 1848 komt er een vernieuwde instructie, nu van 12 artikelen. Sommige
artikelen zijn vervangen/veranderd of aangevuld door bijgesloten instructies.
Art. 2
Hij zal zijne vaste woonplaats moeten houden zoo nabij mogelijk de
verlichtingen en zich niet van Wieringen mogen verwijderen zonder verlof
van den Onder Inspecteur.
Des nachts zal hij in het bij de verlichtingen behoorende gebouwtje kunnen
logeren.
Art. 3
De onder no.l bij deze instructie gevoegde onderrigting bevat een volledig
voorschrift omtrent het bestuur der groote verlichting en het onderhoud van
deze Lichttoestel.
Art. 4
(dit artikel geeft een opsomming van de branduren tijdens het gehele jaar.
Opvalt dat de lampen ontstoken moeten worden bij zonsondergang en uitgedaan
bij zonsopkomst. Hetgeen resulteert, dat de lichten per nacht een uur langer
branden
Evenzoo blijft bestaan de zorg van den Lichtwachter om het Licht al dan niet
te doen branden ingeval de Zeevaart door besloten water gestremd is en de
Communicatie over het ijs met ijssloepen als anderzins het ontsteken des
Lichts niet vordert daarbij steeds in het oog houdende, dat het eenige doel
der verlichting is om aan de Scheepvaart zoowel als aan de Communicatie over
het ijs de meest mogelijke veiligheid te bezorgen.