701
Inmiddels is in 1900 een vissershaven aan het oosteinde bij Den Oever in
gebruik genomen. De verlichting echter bestaat slechts uit een klein licht
op de kop van de haven.
De schippersvereniging Schuttevaer verzoekt dan ook om een hoger en sterker
licht, dat over de huizen in een meer zuidelijke richting dan thans het geval
is zichtbaar zal zijn.
Dat verzoek wordt ingewilligd en in 1918 wordt een licht op de Oeverdijk
in gebruik gesteld.
Deze toren wordt gebouwd door de firma Penn en Bauduin te
Dordrecht voor het bedrag van f 8033,-.
De lichtbron was gas, dat werd aangevoerd door een rijksvaartuig,dat ook
de gasboeien op zee van gas voorzag.
Met de uitvoering van de Zuiderzeewerken verandert de situatie rondom
Wieringen nogal ingrijpend door de volgende werken:
1. bouw van de kleine Afsluitdijk en daar mee de afsluiting
van het Amsteldiep.
2aanleg van de in zee gebouwde werkhaven en uitbreiding van de
vissershaven aan de oostkant van Wieringen.
3. de drooglegging van de Wieringermeerwaarvoor een dijk van Den Oever
naar Medemblik werd gelegd.
4. de bouw van de Afsluitdijk van Wieringen naar Friesland.
Met de uitvoering van deze werken werd het zaak ook de verlichting voor de
scheepvaart drastisch te veranderen.
De verlichting aan het westeinde werd geheel overbodig en gesloopt.
De hoge toren werd aan het westeinde van de Afsluitdijk bij Den Oever opnieuw
opgebouwd. Na de verplaatsing werd electriciteit als lichtbron gebruikt.
De in 1918 geplaatste toren in Den Oever werd ook gesloopt en op de
Wieringermeerdijk (Zeughoek) herbouwd, ongeveer halverwege Den Oever en
Medemblik.
Afbreken en opbouwen in Den Oever werd gedaan door de Gebroeders Kuit,
eigenaren van een smederij in Den Oever.
Voor de werkzaamheden maakte men gebruik van een lange paal, die met tuien
was vastgezet. Via blokken boven in de paal takelde men de delen naar beneden
resp.omhoog.
De toren valt inmiddels onder monumentenzorg en is in 1993 geheel
gerestaureerd.