655
Het behoeft dan ook geen verbazing dat, terwijl er in het overstelpende aantal
rapporten over de afsluitng dikwijls wél gesproken wordt van "gedeeltelijke
inpoldering" of "gedeeltelijke droogmaking", bijna nooit sprake is van
"gedeeltelijke afsluiting van de Zuiderzee" maar meestal simpel over "de
afsluiting van de Zuiderzee" wordt gesproken.
Het door de Afsluitdijk (1932) afgesloten watergedeelte kreeg op voorstel
van Ir.Cornells Lely de naam IJselmeer*; de naam Flevomeer heeft het niet
gehaald. 9)
Beekman e.a.schreven IJselmeer met één s; de officiële spelling is echter
IJsselmeer met dubbel s.
Even terzijde: de Wieringermeer (1930) was voordien al drooggelegd en is
dus géén IJsselmeer-, maar een Zuiderzeepolder.
WADDENZEE
Het watergebied ten noorden van de Afsluitdijk kreeg de naam Waddenzee, een
"kunstmatige" aardrijkskundige naam die pas omstreeks 1900 opduikt. Misschien
als vertaling van in het Duits toen al veel voorkomende naam Wattenmeer.
Officieel wordt de naam waarschijnlijk voor het eerst gebruikt in de
Visscherijwet van 1908. 10) Bij het inwerking treden van deze wet in 1911
is als grens tussen de Waddenzee en Zuiderzee aangenomen: "de lijn gaande
van het licht van de Ven (ten noorden van Enkhuizen) naar den molen op het
Roode Klif bij Laaxum".
Internationale bekendheid heeft de naam waarschijnlijk gekregendoor het
optreden van de "Landelijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee" (1965).
In het in 1967 verschenen standaardwerk "Waddenzee" wordt behalve in de
inleiding op de vier delen, steeds gesproken van het waddengebied. In het
voorwoord is sprake van "het waddengebied dat zich langs de kust van
Noordwest-Europa uitstrekt van Den Helder tot Blavandshuk in Denemarken,"
waardoor gesuggereerd wordt dat er één grote Waddenzee is bestaande uit een
Nederlands, Duits en Deens gedeelte.
Het lijkt wat vreemd dat bij de vaststelling van de naam IJsselmeer niet
tevens de naam Waddenzee is vastgesteld. Maar Lely vond dat helemaal niet
nodig. Dit noordelijk Zuiderzeegebied bleef immers gewoon Zuiderzee heten?
Maar anderen dachten daar kennelijk toch anders over. Zo bracht J.F.Niermeyer
die na de dood van P.R.Bos in 1902 de bewerking van diens schoolatlas en
schoolboeken op zich had genomen, in de 6e druk van het Leerboek der land
en volkenkunde (1907) een nieuwe paragraaf aan, getiteld "De Waddenzee en
de Zuiderzee met hunnen eilanden". Hij deed dit waarschijnlijk des te
gemakkelijker, omdat zijn voorganger P.R.Bos al in zijn eerste schoolboek
"Leerboek der aardrijkskunde" (1875) sprak van de (zes) Waddeneilanden en
sedert 1881 dit woord ook in zijn atlas gebruikte. Pas nadat in 1932 door
de minister van Waterstaat was meegedeeld dat "voor het overige gedeelte
van de Zuiderzee benoorden den Afsluitdijk (de naam) Waddenzee" gebruikt
zou worden werd in de door P.Eibergen verzorgde 34e druk van de Bosatlas
(1934) de naam Waddenzee aangegeven. Eerst alleen ten noorden van de
Afsluitdijk, nog duidelijk als tegenhanger van de naam IJselmeer, in de 37e
druk van 1947 voor het gehele Nederlandse Waddengebied.