654
In de oudste schoolatlas van P.R.Bos (1877) staat het woord Zuiderzee
afgedrukt in het zuidelijk bekken, de "kom". Tussen de eilanden Terschelling
en Ameland en de vaste wal staat Friesche Wadden en voor de kust van Groningen
Groninger Wadden.In het overige watergebied, zo tussen het Vlie en de lijn
Urk-Schokland staat gewoon niets.
In de 2e druk van de Geïllustreerde encyclopedie van A.Winkler Prins (1888)
wordt de Zuiderzee gerekend vanuit de "kom" tot en met Ameland.
De geograaf H.Blink echter gaat niet verder dan tot aan de Oostpunt van
Terschelling of wel het Borndiep, de oude monding van de vroegere rivier
de Boorne, de latere Friese Middelzee.
Daar gaat, aldus Blink, de Zuiderzee zonder natuurlijke grens over xn de
Friesche Wadden. 3) -jij
Hoewel Blink niet kon ontkennen dat de naam Zuiderzee óók werd toegekend
aan de watervlakte ten noorden van de lijn EnkhuizenStavoren tot aan Texel,
Vlieland en Terschelling", vond hij eigenlijk dat alleen het zuidelijk bekken,
de "kom", recht had op die naam.
Ook de bekende geograaf R.Schuiling was van mening dat alleen zo de naam
Zuiderzee, dat is ten zuiden van (West)- Friesland, juist gebruikt werd.
4) Maar is dat eigenlijk wel zo
OORSPRONG NAAM
De naam duikt volgens de Zweed Norlind voor het eerst op in 1340 in
geschriften van Hanze-kooplui in Liibeck, die behoefte hadden aan een woord
waarmee zij een bepaalde groep van zuidelijker gelegen handelscentra,
waaronder Kampen, Harderwijk en Stavoren konden aanduiden, dit mede om deze
te onderscheiden van de Vlaamse steden. 5) De geograaf A.A.Beekman, de
schrijver van o.a. het vermaarde boek "Nederland als polderland (1884) heeft
deze zienswijze overgenomen in zijn artikel "De benaming Zuiderzee (1919),
maar anderen wilden er niet aan. 6)
Zo schrijft Schuiling nog in 1926 "dat de Noord-duitsers, die het woord in
den Hanzehandel het eerst gebruikten (1340), ook de makers van den naam zouden
zijn, acht ik niet waarschijnlijk". 7)
De naamsverklaring was overigens niet de enige reden voor auteurs als
Schuiling en Blink om onderscheid te maken tussen de "eigenlijke Zuiderzee"
of "kom" en het noordelijk deel. In een tijd dat er diverse plannen
circuleerden om de Zuiderzee geheel of gedeeltelijk droog te leggen had men
uiteraard meer belangstelling voor bodemkundige en hydrografische zaken dan
voor de (herkomst van )namen van de te onderscheiden delen van deze
"reusachtige waterplas".
Zo wordt door de bioloog Dekhuyzen en de hydroloog Van der Plaat in 1905
de "Zuiderzee in den ruimsten zin, d.i.de Binnengaatsche Zee" in drie bekkens
verdeeld met verschillende zeebodems, getijde-stromingen, zoutgehaltes, flora
en fauna:
1."de Waddenzee" bezuiden Vlieland en Terschelling met o.a.helder zout water,
sterke getij stromen en waardgronden
2."het Friesche bekken" tussen de lijnen Wieringen-Zurich en
Enkhuizen-Stavoren met wat minder helder zout water en minder sterke
getij stromen
en
3."de eigenlijke Zuiderzee of kom" met o.a.meestal vrij troebel water en
weinig getij beweging. 8)