625
BEBOUWING DEN OEVER: GESTERWEG - OOSTERKRUISWEG
Auteurs: de dames Kresmer en Mulder-Leijen en de heren C.en J.Koorn en C.de
Groot, (zie nr.4 bldz.592)
Ons artikeltje gaat nu over de bebouwing aan de Gesterweg hoek nu
Oosterkruisweg in westelijke richting. Deze weg was net als toen de Molgerweg
een wagen- en karrepad, verhard met puin, bazaltslag, mosseldoppen e.d.
Overgaand in een gewoon onverhard pad van het ene perceel op het andere tot
de percelen aan de Hoorndijk.
De bebouwing betreft op de kadastrale kaart de nummers 406, 407 en misschien
gedeeltelijk 408.
We beginnen aan de Gesterweg, zie schets.
De tijd 1927 - 1929.
Nr.l. Hier woonde P.Leijen,getrouwd met N.Brommer.
Kinderen:Arie en Nelie.
De heer Leijen was werkzaam bij de MUZ (Maatschappij tot Uitvoering
van Zuiderzeewerken) als le kraanmachinist. Hij was o.a.aanwezig bij
de sluiting van het laatste stroomgat in de Afsluitdijk. Hiervoor
ontvangen een zilveren penning met afb. Noord-Holland- Afsluitdijk
en Friesland en op de achterzijde inscriptie met naam.
De heer W.Kooij mocht hier de laatste hap keileem ingooien.
Later bij hetzelfde gebeuren van de dijk om de N.O.-polder was het
de heer Leijen die de laatste hap erin mocht gooien.
Weer later in 1945 was hij actief bij het herstellen van de Wieringer-
meerdijk, doorbraak 17 april 1945. Ook in Zeeland op Walcheren was
hij op dit gebied actief bij Vlissingen, 1945-1946. Na de overstroming
in februari 1953 was hij daar weer bij betrokken.
Er moest constant door gewerkt worden, ook zaterdags en zondags. Zo
kwam hij 1 maal in de 4 weken naar huisDat noemde hij "de beurt"
"r
ftn
"T
■«•tl -il'