621 1 mei alweer. We zijn 4 weken bezig naar huis te gaan. Er ligt nog weer sneeuw. Aan elke deur hoor je wilde verhalen. De mensen zijn wel in paniek hier.Hitler is dood, Hitier leeft en hoe slecht die wel is. Nu wel ja Huichelaars. Het meel is haver, gerst en rogge door elkaar. Het brood is dus bruin en niet gerezen. Bij de melkfabriek krijgen we taptemelk en de ondervoeding gaat wat weg.We hebben nu 6 wielen voor een karretje, maar 4 ervan zijn niet bruikbaar. We sluipen achter de huizen en tuinen langs, maar de poort was op slot. De kar opgetild en aangepakt over het hek. Jan rook lekker, want die raakte in de mestput. Die mensen hier hebben alles afgezet met prikkeldraad, lastig en slecht voor je kleren. We hebben de kar verstopt. Af en toe wegkruipen voor legerauto's. We mogen 's avonds niet meer op straat, ze schieten direct. Toen de kust veilig was, hebben we de kar buiten het dorp gedragen, met z'n drieen. De andere jongens zaten in zak en as over ons, omdat we zo lang weg bleven. Maar 4 x schuilen met een kar kost wel tijd. We hebben 1^ uur werk gehad. 2 mei: bij daglicht viel de kar tegen. Er moest veel aan gerepareerd worden. De beste wielen uitgezocht. We hebben de broodbonnen ingeleverd. Ik betaalde met 10 Mark en kreeg van 5 Mark terug. Buiten zei ik tegen Bas: "Die 5 Mark was zeker mijn deel in de kar." Want het was die bakker zijn kar. We kregen daar op de stoep allebei een lachbui, 's Avonds de tabak gesneden uit Nordhausen en sokken gestopt. Henk en Freek hebben de kar opgeknapt, de bakker kent hem niet meer terug. De andere kar moet ook nog. We hebben mazzel met de broodbonnen, we kregen 8 x brood in 4 weken. 5 mei: we willen zondagmorgen weg. En nu horen we 's avonds dat de capitulatie een feit is. Wat een vreugde in het lager. We sprongen en zongen. Jammer dat de dijk kapot is en al die bruggen. We willen nu direct naar de grens, dat moet lukken. We zijn 5 mei nog naar Calden gegaan en hebben rood-wit-blauwevlaggetjes laten naaien op onze jassen. We hebben zoveel mogelijk kleren gewassen, dan gaan we schoon op pad. We hebben nog geprobeerd "heerkoek" te bakken op de kachel, maar dat mislukte met dat meel. Op zondag 6 mei zijn we om 11 uur vertrokken met 12 man en 4 karren. In Calden hebben we in een café gegeten.Daar werd eten gekookt voor doortrekkers. We zijn door bossen, bergen en dalengetrokken. Er liep nog een band van de grote wagen, daarna nog één. Om 4 uur waren we in Niederlistingen, in een varkensstal geslapen. We hadden 16 km gelopen. De boerin heeft voor ons gekookt. Om 9 uur de volgende dag waren we in Warburg. Bij een bakker een brood gepikt, want er kwam niemand in de winkel en er lag brood. In Kleinenburg was een lager, waar we in moesten. Maar het viel mee. We konden zo verder. Jan heeft z'n horloge geruild voor 40 sigaretten met een ami. Hier zitten nog SS-troepen in de bossen schuil. 7 mei:we zitten nu in een school en aten in het ziekenhuis, aardappelen met rode kool en vlees. Nu moeten we blaren knippen, 's Morgens loopt het het beste, we gaan vroeg op pad.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 1994 | | pagina 18